Het beter monitoren en aanpakken van zorgwekkende stoffen in afvalwater en oppervlaktewater is een urgente opgave. Toch blijven structurele oplossingen uit, vooral door een gebrek aan financiële middelen en duidelijke landelijke normen, zo schrijft STOWA naar aanleiding van de pilot ‘Grip op indirecte lozingen’ van Waterketen Noorderkwartier van maart 2024.
In mei 2023 startte de samenwerking Waterketen Noorderkwartier (bestaande uit gemeenten, het hoogheemraadschap en drinkwaterbedrijf PWN) de pilot, samen met drie omgevingsdiensten, Rijkswaterstaat en de provincie Noord-Holland. Tijdens de pilot werden 103 bedrijven bezocht in sectoren zoals afvalverwerking, chemische industrie, voedingsindustrie, olie- en vetverwerking en medische instellingen. Daarbij werden 77 afvalwatermonsters genomen, waarvan 80 procent zorgwekkende stoffen bevatten.
Volgens Robin Bos, beleidsadviseur waterketen bij Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, is er meer nodig om grip te krijgen op deze problematiek. "Bedrijven weten vaak niet dat ze zorgwekkende stoffen lozen. Het ontbreekt aan duidelijke landelijke normen, wat toezicht en handhaving bemoeilijkt. Bedrijven weten vaak niet dat ze zich aan extra regels moeten houden. Hierdoor blijft de lozing van deze stoffen onopgemerkt."
Branchespecifieke monitoring
De pilot richtte zich op kennisvergroting over toezicht en de omvang van schadelijke stoffen. Ondanks de minimalisatieverplichting voor bedrijven - het actief reduceren van lozingen - is handhaving lastig. Bos pleit voor branchespecifieke monitoring. "Door monsters te nemen per sector, kunnen we gerichter emissies aanpakken. Dit vraagt wel om dialoog met bedrijven en ondersteuning van brancheorganisaties."
Omgevingsdiensten, die verantwoordelijk zijn voor toezicht, ervaren landelijk belemmeringen. Zo zijn analysekosten, gemiddeld 1.500 per monster, een obstakel. Afhankelijk van de specifieke branche variëren de analysekosten van ca. €215 tot maximaal €3.350 per bedrijf. Bovendien is een omgevingsdienst afhankelijk van financiering door gemeenten en provincies. Indirecte lozingen zouden daarnaast jarenlang weinig prioriteit hebben gekregen.
Hoger op de agenda
Hoe nu verder? Het vervolgprogramma van Waterketen Noorderkwartier stuit op 'organisatorische uitdagingen'. "Het onderwerp staat nu hoger op de bestuurlijke agenda", zegt Bos. "Het blijkt in de regio echter heel erg lastig om vanuit de samenwerkende partijen via een stuurgroep een opdracht te geven aan de omgevingsdiensten om de indirecte lozingen te controleren."
Volgens Bos is het zoeken naar de juiste vorm om met elkaar afspraken te maken voor de uitvoering van het vervolg. "Er ligt nu wel een plan van aanpak waarbij de omgevingsdiensten gezamenlijk met het hoogheemraadschap een vervolg op de pilot gaan uitvoeren. En we merken dat het enthousiasme van de betrokken partijen verder groeit om gezamenlijk met dit onderwerp aan de slag te gaan."