De bever zorgt voor toenemende veiligheidsrisico’s in het rivierengebied. De knaagdieren ondermijnen de dijken met hun uitgebreide gangenstelsels, waardoor de waterveiligheid onder druk komt te staan. Waterschap Rivierenland slaat alarm: de bever staat inmiddels bovenaan de lijst van bedreigingen voor de dijken.
Bevers graven holen met kamers die groot genoeg zijn om een volwassen persoon te herbergen. Sommige ondergrondse tunnels strekken zich uit over een lengte van dertien meter. Afgelopen jaar werden op vijftien locaties in de dijken sporen van beverbewoning gevonden. De groeiende populatie zorgt voor toenemende risico’s voor de stabiliteit van de waterkeringen.
Sinds de herintroductie van de bever heeft de soort zich massaal verspreid. Er wordt geschat dat Nederland inmiddels ongeveer 10.000 bevers herbergt, waarvan een kwart zich in het rivierengebied bevindt. Het waterrijke landschap biedt een ideale leefomgeving, maar het graafgedrag van de dieren brengt de waterveiligheid in gevaar.
Waterschap Rivierenland werkt aan oplossingen om de schade te beperken. Omdat de bever een beschermde diersoort is, mogen ingrepen slechts onder strikte voorwaarden plaatsvinden. Er is een speciaal beverprotocol opgesteld waarin maatregelen staan om de dieren te verplaatsen of hun graafgedrag te ontmoedigen. Zo worden stenen en gaas geplaatst om bevers te weren uit kwetsbare gebieden.
Uitsluitend bij acute dreiging voor de veiligheid mag er worden ingegrepen door afschot. Dit is tot op heden tweemaal gebeurd, in Wamel en Dodewaard. De focus blijft echter liggen op preventieve maatregelen en monitoring. Wanneer het waterpeil stijgt en uiterwaarden vollopen, verplaatsen bevers zich naar hoger gelegen gebieden zoals dijken. Medewerkers van het waterschap monitoren de situatie nauwgezet en speuren actief naar sporen. Dit gebeurt zowel lopend als met kano’s en geavanceerde technologie zoals drones en warmtecamera’s.
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.