secundair logo knw 1

De Geul in Zuid-Limburg. Foto Wikimedia Commons

Het grootste deel van de gevallen neerslag in het Nederlandse deel van het Geuldal is opgevangen en vastgehouden in bodem. Daardoor zijn grotere overstromingen langs de Maas voorkomen. Dat concludeert Natuurmonumenten op grond van een onderzoek naar de wateroverlast vorig jaar zomer in Limburg.

In opdracht van Natuurmonumenten onderzocht het Nijmeegse Bureau Stroming hoe het hoogwater in juli 2021 kon ontstaan en in hoeverre natuurlijke maatregelen kunnen helpen bij het vasthouden van water en het voorkomen van noodsituaties.

Uit dit onderzoek blijkt dat 80 tot 85 procent van de gevallen neerslag in het Nederlandse deel van het Geuldal niet direct is afgestroomd naar de beken en de Maas. Het water werd vertraagd door vegetatie, bijvoorbeeld door bladeren van bomen en struiken, en zakte in de bodem.

Ook natuurlijk landgebruik was een belangrijke factor. Vooral verhard oppervlak, en in mindere mate maisakkers en gesteente, zorgden voor een snelle afvoer.

Bodem
In het Belgische gedeelte van het Geuldal is meer water in de beken terechtgekomen, maar ook daar werd nog altijd ongeveer 50 tot 65 procent geborgen. De onderzoekers verklaren het verschil door het type en de dikte van de bodem. Het Nederlandse deel van het stroomgebied bestaat grotendeels uit dikke löss- en grindbodems, waar veel water in weg kan zakken. In het Belgische deel is de bodem veel dunner en minder geschikt om water vast te houden.

De grootste klimaatbuffer echter was het dal van de Geul zelf, constateren de onderzoekers. "Deze vlakte is in het Nederlandse deel vaak honderden meters breed en kon voor een groot gedeelte overstromen. Tijdens de hoogste waterstand stond bijna 1000 hectare land onder water, waardoor zeer veel water (ongeveer 50 procent van wat onderweg was) kon worden geborgen en vertraagd. Hierdoor liepen de waterstanden stroomafwaarts niet verder op. Zonder deze bufferende werking van het Geuldal was de waterstand in Valkenburg en Meerssen nog veel hoger geweest."

Kruidige graslanden
Volgens de onderzoekers vormen natuurlijke maatregelen kansrijke oplossingen voor toekomstige hoogwaterproblemen. Ze doen een aantal aanbevelingen, zoals het omzetten van akkers op hellingen in kruidige graslanden, het verwijderen van drainage en het laten liggen van boomstammen en takken in beken.

Natuurmonumenten wil de conclusies delen met Nederlandse en Belgische partners en hen enthousiasmeren om daarmee aan de slag te gaan, liefst in internationale samenwerking. "We kunnen het niet alleen."

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.