Het Europese Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA) gaat GenX-stoffen de status van ‘zeer zorgwekkende stof' (ZZS) geven. Het is de eerste keer dat ECHA een stof aanwijst als ZZS vanwege de risico's die ontstaan door de niet-afbreekbaarheid en snelle verspreiding in het milieu, stelt staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) vast.
Het besluit is genomen op voordracht van Nederland, aldus Van Veldhoven. Naar verwachting zal ECHA het formele besluit in juli publiceren.
Bedrijven kunnen vanaf dat moment bezwaar aantekenen. Chemiebedrijf Chemours in Dordrecht dat GenX gebruikt in het productieproces laat in een reactie weten het besluit ‘teleurstellend’ te vinden, dat ook een ‘verontrustend precedent’ vormt voor de maakindustrie. Het bedrijf heeft eerder aangekondigd de emissie van de stof eind 2020 met 99 procent te hebben gereduceerd.
Goed nieuwsStientje van VeldhovenVan Veldhoven noemt het besluit ‘goed nieuws’. Het stempel van ZZS betekent dat bedrijven die met de stoffen werken te maken krijgen met zeer scherpe eisen bij de vergunningverlening, aldus de staatssecretaris. “Bedrijven die met deze stoffen werken moeten alles uit de kast halen om emissies naar de lucht of lozingen naar water te voorkomen.”
De stoffen veroorzaken mogelijk ernstige gezondheidseffecten en breken niet af in het milieu. Ook verspreiden ze zich snel en makkelijk en kunnen opgeloste hoeveelheden heel moeilijk verwijderd worden, wat problemen geeft bij de drinkwaterproductie.
Naast het voorstel om de GenX-stoffen op de lijst te plaatsen werken het ministerie van IenW, RIVM, de Duitse overheid en ECHA ook samen om meer zicht te krijgen op andere mogelijk risicovolle eigenschappen van de stoffen, aldus Van Veldhoven.
MEER INFORMATIE
Lees het interview met hydroloog Harrie Timmer (Oasen) in H2O juli: 'Stof voor stof verbieden, dat heeft geen zin'
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.