In noordelijk Flevoland zijn de grenzen van het drinkwaterverbruik bereikt. Nieuwe of bestaande bedrijven kunnen al een tijdje geen aansluiting meer aanvragen. De provincie Flevoland, de gemeenten Noordoostpolder en Urk, Waterschap Zuiderzeeland en drinkwaterbedrijf Vitens gaan nu samen met het bedrijfsleven op zoek naar alternatieven.
Het zijn vooral voedselverwerkende bedrijven die hierdoor in de problemen komen, zoals de visindustrie op Urk en de landbouw rond Emmeloord. Dit zijn bedrijven die veel drinkwater verbruiken en vaak ook veel afvalwater afvoeren, wat in het huidige systeem niet altijd lukt.
Zo wordt op Urk een nieuw bedrijventerrein aangelegd (Port of Urk), maar kunnen de visverwerkende bedrijven die zich hier willen vestigen voorlopig geen drinkwateraansluiting voor grootverbruik (meer dan 4 kubieke meter per uur) krijgen.
Ook bestaande bedrijven die willen uitbreiden lopen tegen die grenzen aan. Sommige zoeken zelf een oplossing door bijvoorbeeld een buffertank te plaatsen, maar dat vergt een forse investering.
Water uit het IJsselmeer
Het drinkwater voor Urk en de Noordoostpolder komt nu grotendeels uit (grondwater)bronnen in Overijssel, vertelt een woordvoerder van Vitens. Het waterbedrijf hoopt daar in de toekomst wel meer water te mogen oppompen, maar het kan nog jaren duren voordat de benodigde vergunningen er liggen.
Daarom wordt voor bedrijfsprocessen nu ook gekeken naar alternatieven. "Onze ambitie is om op korte termijn een oplossing te vinden, zodat het drinkwatertekort de groei van onze economie niet belemmert", aldus de provincie Flevoland.
Die alternatieven zijn bijvoorbeeld regenwater, water uit het IJsselmeer (Ketelmeer), hergebruikt water of gezuiverd afvalwater. Momenteel wordt een ‘scenarioanalyse’ uitgevoerd waaruit moet blijken of deze oplossingen haalbaar en betaalbaar zijn.
Verantwoordelijkheid
Een van de vraagstukken daarbij is: wie is verantwoordelijk voor het produceren, distribueren, schoonmaken en afvoeren van het water dat nodig is voor de voedselverwerkende bedrijven?
Ook wordt onderzocht of er meer proceswater kan komen voor de vis- en voedselindustrie en of de bedrijven wellicht met minder water toe kunnen. Het uitgangspunt is eind dit jaar met oplossingen te komen, die dan vanaf volgend jaar gerealiseerd kunnen worden.
De samenwerking tussen de verschillende partijen en het bedrijfsleven benadrukt volgens een woordvoerder van de provincie 'de gezamenlijke inzet en de wederkerigheid die nodig is om dit langdurige probleem effectief aan te pakken'.