secundair logo knw 1

Venetië is een van de locaties van de proeftuinen

Sinds kort zijn op zes locaties in Europa proeftuinen gestart om oplossingen voor een waterslimme samenleving te ontwikkelen en demonstreren. Het project is met name gericht op de waterproblemen van kustgebieden. De dichtstbijzijnde proeftuin is in Vlaanderen en daar is ook kennisinstituut KWR bij betrokken.

Water in de Europese kustgebieden wordt schaarser, terwijl de behoefte eraan stijgt door de bevolkingsgroei en de economische ontwikkeling. Dit zou kunnen leiden tot uitputting van natuurlijke hulpbronnen, een verslechtering van de waterkwaliteit en regionale verschillen in de beschikbaarheid van water. Om te voorkomen is het Europese onderzoeksproject ‘Building a watersmart society and economy’, kortweg ‘B-WaterSmart’, van start gegaan.

Verspreid door Europa
Geertje Pronk 180 vk Geertje PronkHet project kent zes locaties: in Spanje, Noorwegen, Portugal, Duitsland, Italië en België. Verspreid door Europa testen door lokale waterbedrijven en hun kennispartners slimme technologieën en benaderingen van de circulaire economie. Bij de proeftuin in Vlaanderen is ook KWR Water betrokken. “Waterbedrijf De Watergroep is een van onze aandeelhouders,” vertelt Geertje Pronk van KWR, die als projectmanager bij de Vlaamse proeftuin betrokken is. “Daarnaast is de Vlaamse situatie op onderdelen te vergelijken met de Nederlandse, zodat de lessen uit deze proeftuin ook voor Nederland interessant kunnen zijn.”

In Vlaanderen zal worden onderzocht hoe het regionale watersysteem weerbaarder en robuuster gemaakt kan worden. Deel van het project is daarbij een onderzoek naar een veilige manier van waterhergebruik. KWR zal zich vooral richten op het inbedden van slimme oplossingen in het regionale watersysteem. “Er zijn natuurlijk talloze slimme oplossingen te bedenken, de interessante vraag voor waterbedrijven en waterbeheerders is natuurlijk welke oplossingen op een goede manier in de regionale systemen in te bouwen zijn.”

Kennisdeling
Het project zal in totaal vier jaar lopen. Pronk verwacht na ongeveer een jaar de eerste tussenresultaten te kunnen delen met de andere proeftuinen. “Want het delen van kennis en ervaringen tussen de verschillende proeftuinen is een belangrijke pijler onder het project. Uiteindelijk is het natuurlijk de bedoeling dat de opbrengsten worden gedeeld met andere Europese regio’s zodat ook zij hun watersystemen duurzamer en beter bestand tegen klimaatverandering kunnen maken.”

 

MEER INFORMATIE
De website van het onderzoeksproject ‘Building a watersmart society and economy’

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.