Meststofproducent EuroChem in Antwerpen gaat fosfor uit rioolslib verwerken in de productie van kunstmest. Tot dusverre onderzocht het bedrijf samen met de Vlaamse rioolwaterzuiveraar Aquafin de toepassing op laboratoriumschaal, maar nu is besloten om de test op te schalen. Aquafin gaat fosforrijke vliegassen leveren die vrijkomen bij de slibverbranding. Het fosfor uit afvalwater dient als vervanging van fosfaaterts dat wordt gewonnen in mijnen.
De vliegassen die Aquafin aanlevert zijn nu nog afkomstig van de slibverbrandingsinstallatie in Brugge, maar momenteel bouwt de afvalwaterzuiveraar een nieuwe slibverwerker in Gent. Daar zal vanaf 2027 twee derde van de totale slibproductie in Vlaanderen verwerkt gaan worden.
Het betreft een zogeheten slibmonoverwerker, waarin zuiveringsslib zonder vermenging met andere afvalstoffen wordt verwerkt, wat efficiëntere terugwinning van energie en grondstoffen mogelijk maakt. De installatie in Gent levert op termijn jaarlijks een constante volume van 30.000 ton aan fosfaatrijke vliegassen, aldus Aquafin, dat 330 rioolwaterzuiveringsinstallaties in beheer heeft.
Terugwinnen van fosfor uit rioolwaterzuivering betekent een nieuwe stap richting een meer circulaire economie, stellen de partijen in het project. Dat zijn naast Eurochem en Aquafin, de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) die een tijdelijke grondstoffenverklaring heeft afgegeven om de opschaling van laboratoriumtesten naar reële productie mogelijk te maken.
In de Antwerpse fabriek produceert EuroChem jaarlijks miljoenen tonnen meststoffen. De klassieke fosforbron bij de productie van minerale meststoffen is fosfaaterts, dat ontgonnen wordt in mijnen, veelal buiten Europa. De fosfor uit het afvalwaterslib zal volgens EuroChem enkele procenten bedragen van de benodigde fosfor voor de productie in Antwerpen.
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.