Met breed bestuurlijk draagvlak is Ruimte voor de Rivier 2.0 van start gegaan op een bijeenkomst langs de Waal in Zaltbommel. In tegenstelling tot het vorige Ruimte voor de Rivier-programma van 2006 tot 2019 richt zich het nieuwe plan niet alleen op het vergroten van de afvoercapaciteit, maar ook op de gevolgen van extreem laagwater.
Minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat, staatssecretaris Jean Rummenie van landbouw en natuur en een vertegenwoordiger van minister Mona Keijzer van volkshuisvesting lanceerden symbolisch met waterschappen, gemeenten, provincies en Deltacommissaris Co Verdaas het project Ruimte voor de Rivier 2.0.
Madlener noemt Ruimte voor de Rivier 2.0 ‘een fantastisch plan’. “We houden Nederland hiermee veiliger dan ooit. Tegelijkertijd zorgen we dat ook in drogere periodes de rivieren bevaarbaar blijven en dat we in die tijd het zoet water beter kunnen verdelen en gebruiken.”
Met het programma Ruimte voor de Rivier 2.0 wil het kabinet uiteenlopende problemen in de rivieren ondervangen. Door uitslijting van de rivierbodems van de Waal, Maas en IJssel ontstaat verdroging van natuur en landbouwgronden in het rivierengebied. Ook dreigt de bevaarbaarheid voor het goederenvervoer in de knel te komen door lagere rivierbodems, omdat sluizen en stuwen minder goed functioneren en de vaargeulen bij lage waterstanden te smal worden.
Ruimte voor de Rivier 2.0 mikt ook op meer binnendijkse ruimte om het hoofd te bieden aan extreme hoge waterstanden, zoals een Rijnafvoer van 16.000 tot 18.000 kubieke meter per seconde vanuit Duitsland. Extreme buien kunnen zo’n watervloed veroorzaken.
Zorgenkindje
Daarnaast is beschikbaarheid van voldoende zoetwater een zorgenkindje. Zoetwater in de rivieren is in toenemende mate nodig voor de drinkwaterwinning, voor de landbouw in Noord-Nederland (via het IJsselmeer) en voor het terugdringen van de verzilting van landbouwgronden langs de kust.
Daarnaast spreekt het kabinet de wens uit dat er meer ruimte moet komen voor recreatie langs de rivieren. Door de groei van de bevolking is er meer behoefte aan wandel- fiets- en watersportmogelijkheden.
Staatssecretaris Jean Rummenie benadrukte dat hij de landbouw in de uiterwaarden van de grote rivieren wil behouden. “Ik zet me graag in voor een rivierengebied waarin natuur en landbouw zich kunnen doorontwikkelen.”
Deltacommissaris Co Verdaas reageert tevreden op het plan voor Ruimte voor de Rivier 2.0: “Het is goed dat we nu stappen gaan zetten voor een toekomstbestendig rivierensysteem. Ik ben enthousiast over de aanpak waarbij Rijk en regio’s samen aan de slag gaan en de rivieren zich aan de nieuwe omstandigheden kunnen aanpassen.”
Pittige puzzel
De Gelderse gedeputeerde Ans Mol benadrukt dat het Ruimte voor de Rivier 2.0 een pittige puzzel wordt, vanwege de strijd om de ruimte: “Die ruimtelijke puzzel leggen we samen met andere ruimtevragers, zoals woningbouw en de energietransitie. De Rijn vraagt om ruimte, maar geeft ook ruimte, door opgaven te verbinden en ons aan een gezamenlijke tafel te brengen bij ruimtelijke keuzes die Nederland toekomstbestendig maken.”
De Noord-Brabantse gedeputeerde Saskia Boelema vult aan: "Langs de Maas is de toekomst van waterveiligheid en zoetwaterbeschikbaarheid onlosmakelijk verbonden met samenwerking, gedeeld eigenaarschap en integrale oplossingen – alleen samen creëren we ruimte voor de rivier én voor de regio."
Minister Madlener stuurde donderdag 3 april het programma Ruimte voor de Rivier 2.0 naar de Tweede Kamer. Het is een voortzetting van het programma Integraal Rivier Management (IRM), waaraan 5 jaar is gewerkt met uiteenlopende onderzoeken om de problemen met de rivieren in kaart te brengen. In het regeerprogramma van dit kabinet is de komst van een geactualiseerd programma Ruimte voor de Rivier aangekondigd.
1,8 miljard euro
Voor het programma Ruimte voor de Rivier 2.0 is in de ontwerpbegroting van het Deltafonds tot 2028 in totaal 685 miljoen euro gereserveerd en vervolgens 80 miljoen euro per jaar tot 2050. Dat komt neer op 960 miljoen euro in totaal. Vanuit het Mobiliteitsfonds is jaarlijks 100 miljoen euro beschikbaar. In totaal ligt er nu 1,8 miljard euro op tafel voor de komende 25 jaar. Ter vergelijking: Ruimte voor de Rivier 1.0 kostte in totaal 2,3 miljard euro.
Naast Ruimte voor de Rivier 2.0 wordt in het rivierengebied gewerkt aan nog drie programma’s: het hoogwaterbeschermingsprogramma om de dijken te versterken, aanleg van nevengeulen en natuurvriendelijke oevers voor verbetering van de ecologische waterkwaliteit (Kaderrichtlijn Water) en grootschalig natuurherstel (Programmatische Aanpak Grote Wateren - PAGW). De wens is om deze plannen op elkaar af te stemmen en te laten samenwerken.
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.