secundair logo knw 1

Om de kennis van drinkwaterincidenten in het collectieve geheugen vast te leggen, schreef Ben Tangena het boek Het gaat bijna altijd goed. Hierin analyseert hij op een toegankelijke manier 101 sterk uiteenlopende incidenten in binnen- en buitenland.

Auteur Ben Tangena

Ben Tangena heeft een grote staat van dienst in de drinkwatersector; hij werkte bijna veertig jaar als expert bij onder meer het Noord-Hollandse waterbedrijf PWN en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Tangena was een van de drijvende krachten achter de instelling van het Crisis Expert Team milieu en drinkwater (CET-md), een netwerk van kennisinstellingen dat overheden en drinkwaterbedrijven adviseert bij incidenten. Hij liep al langer rond met het idee voor het boek, maar kwam pas na zijn pensionering in 2016 aan schrijven toe. Directeur Hans de Groene van Vewin nam afgelopen vrijdag het eerste exemplaar van Het gaat bijna altijd goed in ontvangst tijdens de 70e Vakantiecursus voor de watersector aan de TU Delft.

Waarom heeft u dit boek geschreven?
“Veel mensen in de drinkwatersector en vooral de jongere generatie weten weinig van de grote incidenten uit het verleden. Zoals de grootste drinkwaterramp van de afgelopen decennia, de uitbraak van de parasiet Cryptosporidium in Milwaukee in 1993. Hierdoor werden 403 duizend mensen ziek en waren er minstens 69 dodelijke slachtoffers te betreuren. In het Nederlandse taalgebied was nog niet eerder een boek over dit thema verschenen. De informatie is nuttig als stof voor oefeningen bij onder meer waterbedrijven en CET-md. Laat ik een beetje aan zelfpromotie doen: het is een uniek boek dat iedereen in de sector moet lezen.”

Hoe behandelt u de 101 incidenten?
“Ik beschrijf de belangrijkste kenmerken en ga ook in op meer algemene zaken als tijdsduur, omvang en gevolgen. Het kan gaan om een chemische of microbiologische verontreiniging of een fysieke aantasting. Er is een heel duidelijk verschil tussen hoe lang het duurt voordat op een chemische of microbiologische verontreiniging wordt gereageerd. Het eerste wordt vaak snel ontdekt omdat water vies smaakt of raar ruikt, terwijl het detecteren van het tweede meestal enige tijd duurt. Een ander verschil: ik heb geen enkel geval van microbiologische verontreiniging door een moedwillige verstoring gevonden, in tegenstelling tot chemische verontreiniging.”

Hoe is de respons op incidenten?
“Bij een microbiologische verontreiniging is doorgaans het advies om drinkwater drie minuten te koken; daarmee schakel je bacteriën of virussen uit. Bij een chemische verontreiniging wordt vaak in eerste instantie aangeraden om geen water te drinken en daarna regelmatig ook om het helemaal niet te gebruiken. Soms is de enige methode het afsluiten van het drinkwaternet. Bij een fysieke aantasting zoals een leidingbreuk of een uitval van een pompstation ligt afsluiting van een deel van het net voor de hand. Na reparatie krijgen mensen dan meestal een kookadvies. Wanneer drinkwater niet meer beschikbaar is, worden mensen geholpen met flessenwater en water uit tanks. Ook worden soms mobiele omgekeerde osmose installaties ingezet, zoals vorig jaar op Sint-Maarten na de ravage door orkaan Irma.”

In het tweede deel van het boek neemt u tien incidenten uitgebreid onder de loep. Daaronder vier Nederlandse. Wat is hiervan geleerd?
“Deze incidenten zijn mijlpalen geweest met ingrijpende beleidsgevolgen. Zo ging het in 2001 mis met huishoudwater in de Utrechtse nieuwbouwwijk Leidsche Rijn. Het drinkwaternet werd toen per ongeluk gekoppeld aan het huiswaternet. Onder andere door virusinfecties kregen ten minste 37 mensen maag- en darmklachten. Het microbiologisch minder betrouwbare huishoudwater is sindsdien passé. Er worden nu zulke strenge kwaliteitseisen gesteld dat je net zo goed drinkwater kunt leveren. Of neem de verontreiniging van de Maas met pyrazool uit 2015. Deze stof was onbekend in de drinkwatersector waardoor een norm ontbrak. Dat leidde tot een ontzettend gedoe over wat de norm moest zijn. Naar aanleiding van dit incident is een traject gestart om beter om te gaan met zulke onbekende stoffen. Ik denk dat we over tien jaar kunnen zeggen: na de pyrazool-affaire zijn we in ons land anders en beter naar normstelling gaan kijken.”

Reageren de Nederlandse drinkwaterbedrijven goed op incidenten?
“Ja, zij zijn alert genoeg en zeer goed opgewassen tegen incidenten. Door de jaren heen zijn de waterbedrijven steeds beter geworden. Zo is het nooddrinkwater tegenwoordig landelijk geregeld. Ook zijn de methoden en apparaten voor de detectie van verontreiniging stukken beter dan vroeger.”

Het boek Het gaat bijna altijd goed van Ben Tangena kost 29,50 euro en is te verkrijgen bij uitgever Het Boekenschap en bol.com.

 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.