secundair logo knw 1

Alle woningen vlakbij aantrekkelijke, koele verblijfplekken, voldoende schaduw op belangrijke looproutes en genoeg groen in de buurt om verdamping op te laten treden. Deze drie concrete richtlijnen om steden hittebestendiger te maken, zijn uitgewerkt in een praktijkonderzoek van onder andere de Hogeschool van Amsterdam.

Jeroen Kluck 180 vk Jeroen Kluck“Veel gemeenten willen de omgeving klimaatbestendig inrichten, maar ze hebben behoefte aan hele concrete, praktisch toepasbare richtlijnen om maatregelen te nemen die helpen tegen hitte.” Dat zegt Jeroen Kluck. Hij is lector Water in en om de Stad bij de Hogeschool van Amsterdam en betrokken bij het onderzoek de hittebestendige stad.

In dit project participeren naast de Amsterdamse Hogeschool ook TAUW, het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie en twaalf gemeenten. In het voorjaar van 2020 leverde dit het breder opgezette rapport Een Koele Kijk op. “Met zes gemeenten zijn we vervolgens praktijkonderzoek gaan doen om drie belangrijke aanbevelingen uit dat rapport verder te concretiseren.”


(advertentie)

Drie richtlijnen
Deze drie richtlijnen zijn de afstand tot koelte. “Iedere woning moet op korte afstand, wij zeggen binnen 300 meter, van een aangename en aantrekkelijke koele verblijfsplek liggen.” Daarnaast is volgens Kluck het percentage schaduw op belangrijke looproutes van belang. Daarom keken de onderzoekers of er op het heetst van de dag voldoende schaduw is. "Dan blijven essentiële functies in de stad bereikbaar. Daarover doen wij het voorstel om minimaal 40% schaduw op belangrijke looproutes te verzorgen.”

De derde en laatste richtlijn heeft betrekking op het percentage groen per buurt. “Er moet zoveel groen, en als voorwaarde daarvoor ook water, zijn dat verdamping kan optreden en de gemiddelde luchttemperatuur wordt beperkt. De precieze hoeveelheid groen verschilt per type wijk en dat is een onderwerp dat we in de komende periode nog verder uit willen werken.”

De richtlijnen zijn nadrukkelijk zo opgezet dat ze de ruimte laten aan stadsplanners en ontwerpers om eigen keuzes te maken. Kluck: “De manier waarop deze richtlijnen in een bepaalde wijk of buurt worden vertaald, is maatwerk. Maar bij elkaar genomen leiden ze tot leefbaarder en aangenamer steden.”

 

MEER INFORMATIE
Het praktijkonderzoek Hitterichtlijnen

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Het is van belang om onderzoek te doen naar de waterkwaliteit o.a. PFAS-stoffen voordat ergens regenwater of oppervlaktewater via infiltratieputten naar grondwaterlichaam gebracht kan worden. Verslechtering van kwaliteit grondwater voorkomen, door zuivering van het infiltratiewater is veelal noodzakelijk.
Knap om in deze discussie de landbouwtransitie geheel buiten beschouwing te laten. In plaats van het natuurlijk vermogen van de bodem om water vast te houden te herstellen én de watervraag vanuit de land- en tuinbouw drastisch te verminderen, bijvoorbeeld door regeneratieve akkerbouw en voedselbossen, wordt er (weer) voornamelijk naar technologische oplossingen gekeken zoals water opslaan in de diepe ondergrond. Het enige positieve plan is het initiatief rondom het wegsijpelende water van de Brabantse wal. Maar ook dat is symptoombestrijding in plaats van het aanpakken van de oorzaak waardoor dat water wegsijpelt....Hopelijk is de nieuwe dijkgraaf wat meer een visionair als het gaat om structurele maatregelen om water en bodemsturend echt in de praktijk te brengen!
Na mijn mening een totaal verkeerd initiatief. Waarom niet het meetnet inzetten om  juist een overschrijding te voorkomen. Gewoon een kwestie van de normen lager in te stellen en snel ingrijpen als de voorwaarschuwing in gaat.
Duidelijk weer boeren! 
@Maria WitmerJe link is helaas al weer verlopen...
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Je hebt gelijk Herman, regenwater is zachter en zoeter dan sterk voorgezuiverd rivierwater, maar aangaande microverontreinigingen niet per sé schoner. Met RO kun je overigens ook de ionensamenstelling van infiltratiewater aanpassen en ook macro ionen wegnemen. Maar dat zou waanzin zijn. Infiltratiewater dat inzijgt in de centrale delen van de Veluwe neemt namelijk een diepe, zeer lange weg en duikt pas na duizenden (!) jaren weer op buiten de Veluwe. En dus NIET in beken en sprengen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.