Het watersysteem op de Veluwe is vooral gericht op een snelle afvoer van regenwater. Vier droge zomers op rij laten echter zien dat die neerslag hard nodig is om het grondwater aan te vullen. In opdracht van Waterschap Vallei en Veluwe onderzocht Aveco de Bondt welke maatregelen daarbij kunnen helpen.
Op en rond de Veluwe ligt een vrij afwaterend systeem van beken, sprengen en waterlopen. Voor het onderzoek zijn vier belangrijke beken onder de loep genomen: de Grift (bij Apeldoorn), de Voorsterbeek, de Barneveldse Beek en de Lunterse Beek.
Thijs Visser"We wilden weten waar maatregelen effectief zijn om de versnelde afvoer van regenwater tegen te gaan, meer water vast te houden tegen verdroging en de waterkwaliteit te verbeteren", vertelt Thijs Visser, adviseur stedelijk en landelijk water van Aveco de Bondt. "Daarom hebben we niet alleen naar de stroming in de waterlopen gekeken, maar ook naar de maaiveldstroming en de wijze waarop het regenwater de beek bereikt."
Het uitgangspunt voor de modelstudie was een neerslagsituatie van 60 millimeter in een uur. Met behulp van software van Tygron, die ook gebruikt wordt voor bijvoorbeeld stedelijke stresstesten, is eerst de huidige situatie in kaart gebracht. Dat maakte duidelijk waar veel water afstroomt of waar het water zich juist verzamelt.
Grondwallen
Vervolgens zijn drie verschillende maatregelen doorgerekend. Het meest effectief om water vast te houden, bleek het aanleggen van grondwallen te zijn, kleine dijkjes van 30 centimeter hoog. Daardoor wordt de oppervlakkige afvoer van het regenwater bemoeilijkt en krijgt het op de percelen meer tijd om te infiltreren.
De tweede maatregel is het dichtzetten van duikers in het zogenaamde C-watersysteem, de kleinere slootjes die naar het hoofdwatersysteem leiden. De derde maatregel is het verkleinen van het doorstroomprofiel van het hoofdwatersysteem, ofwel het versmallen van de beek zelf.
"Omdat we het hele systeem hebben doorgerekend, van bovenloop tot benedenloop, is ook goed zichtbaar geworden wat de effecten benedenstrooms zijn, namelijk een lagere piekafvoer en daardoor minder wateroverlast", verklaart Visser.
Samenwerking
Kaarten laten zien op welke locatie de maatregelen effectief zijn om bovenstrooms water vast te houden. Er is maatwerk nodig om te kijken hoe een maatregel er op een individueel niveau precies uitziet, benadrukt Visser. Dat is namelijk ook afhankelijk van andere factoren, zoals geomorfologie, bodem en landschap.
De resultaten zijn inmiddels aan Vallei en Veluwe gepresenteerd. Het is nu aan het waterschap om met de inzichten aan de slag te gaan. Duidelijk is dat de sleutel om water vast te houden ligt in de samenwerking tussen overheid en perceeleigenaren, stelt Visser. "Dat wordt heel interessant, want hoe ga je het gesprek hierover voeren?"
Hij realiseert zich dat bijvoorbeeld boeren waarschijnlijk niet zitten te wachten op grondwallen op hun percelen. "Maar je kunt ook denken aan bijvoorbeeld een zone met beplanting die goed is voor de biodiversiteit. Of aan bodemverbetering om de sponswerking van de ondergrond te vergroten. Vaak is het mogelijk om daarvoor subsidie te krijgen. En uiteindelijk heeft een grondeigenaar er zelf natuurlijk ook belang bij dat het grondwater op peil blijft."
In het genoemde Stowa rapport wordt een onderscheid gemaakt naar:
Op basis van de nadere uitwerking kunnen technologen en beleidsmedewerkers van waterschappen een gefundeerde keuze maken voor een natuurlijk systeem, afhankelijk van de specifieke situatie op een RWZI en de gekozen opties:
A. Toepassing van een enkel systeem als ‘stand alone’ techniek als uitbreiding van de RWZI, voor upgrading van het effluent (afloop nabezinktank).
B. Als inpassing in een integraal natuurlijk systeem wat naast effluentbehandeling ook recht doet aan de omgeving en waarbij functies zoals het creëren van natuurlijk, levend water, effluentbuffering, recreatie en natuur gecombineerd worden.
De Waterharmonica's nemen de meeste ruimte in, zeker omdat voor een goede verwijdering van medicijnen laag tot zeer lage belaste Waterharmonica's nodig zijn (zie ook Stowa 2013-07). Dus een hydraulische belasting van zeker niet meer dan 0,05 m/dag. Ofwel een ruimte beslag van 2,5 tot 3,75 m2 per inwoner.
Het totale debiet aan gezuiverd afvalwater in Nederland is ca. 2.000.000 m3 per jaar (CBS, data 2020). Dit zou dan neerkomen op een totaal netto ruimte beslag van 4.000 ha in heel Nederland. Zeg 5.000 tot maximaal 10.000 ha. Dit lijkt veel, maar het is wel met gestapelde belangen en mogelijkheden. Stel 25 cm waterberging: 10.000.000 waterberging, stel dat een kwart van de Waterharmonica's als KRW-waardig wordt beschouwd (is best wel reëel): 500 tot 1.000 ha.... En dan nog recreatie, natuur, CO2-vastlegging, stikstofrechten? Vrienden maken, bufferzones rond de rwzi's. Een voorbeeld van een zoektocht, uitgevoerd door het Wetterskip Fryslân: http://www.waterharmonica.nl/reports/LW289-47_005-rapd02-waterharmonica.pdf. Op weg naar 2027?
Ruud Kampf
Rekel/water
Dus bij hoogheemraadschap Delfland kies je een partij. Vervolgens hebben een paar partijen meer zetels dan andere. Daarna wordt er een Bestuursakkoord getekend door alle partijen, waar ook de minder grote (verliezende) partijen zeggenschap in hebben? Er staat ook: "De gezamenlijk gekozen hoogheemraden vertegenwoordigen in het dagelijks bestuur alle fracties". Wat betekent het dan om een fractie te vertegenwoordigen in de praktijk?
In het geval van hoogheemraadschap Delfland is stemmen op een partij dus niet super zinvol, omdat daarna toch met alle andere partijen wordt samengewerkt om tot een Bestuursakkoord te komen. Grote partijen hebben dan niet meer te bepalen dan kleine partijen?