In een gezamenlijke oproep vragen de waterschappen Brabantse Delta, Hollandse Delta en Scheldestromen aandacht voor een van de meest urgente kwesties in de Zuidwestelijke Delta: de beschikbaarheid van zoetwater. Tijdens een bijzondere bijeenkomst, bijgewoond door deltacommissaris Co Verdaas en voormalig Deltacommissie-voorzitter Cees Veerman, spraken de algemeen besturen van de drie waterschappen over de toekomst van hun gezamenlijke gebied.
De bijeenkomst moet een nieuwe fase in de strategische samenwerking markeren tussen de drie Deltawaterschappen. Sinds 2024 werken zij intensiever samen, met als doel een stevigere inbreng te leveren aan het nationale Deltaprogramma. Het streven: van de Zuidwestelijke Delta de eerste klimaatbestendige delta ter wereld maken in 2050. Daarbij zoeken ze nadrukkelijk de samenwerking met andere overheden, waaronder het Rijk, provincies en gemeenten, die samenkomen in het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta.
Deltacommissaris Verdaas benadrukte tijdens de bijeenkomst de toenemende druk op het Nederlandse watersysteem. “De wateropgaven stapelen zich op. We hebben te maken met droogte, wateroverlast én de noodzaak om onze waterveiligheid op peil te houden”, stelde hij. Volgens Verdaas vraagt dit om fundamentele keuzes over de inrichting van Nederland: “Wat betekent dit voor het waterbeheer, het gebruik van onze ruimte en ons hele watersysteem? Samen staan we aan de lat in het volgende hoofdstuk van Nederland.”
Haringvliet en Volkerak-Zoommeer
Een belangrijk gespreksonderwerp was het zoetwaterbeheer in de regio, en in het bijzonder de strategische waarde van het Haringvliet en Volkerak-Zoommeer. Deze zoetwaterlichamen zijn van groot belang voor de landbouw en economische vitaliteit in het gebied. De bestuurders zien het als hun verantwoordelijkheid om samen te komen tot een nieuw toekomstperspectief voor de delta, waarin zoetwaterzekerheid een centrale rol speelt.
Dijkgraaf Jan Bonjer van waterschap Hollandse Delta bracht de gedeelde inzet kort onder woorden. “Wíj zijn de delta.” Daarmee probeerde hij te onderstrepen dat de verantwoordelijkheid voor de toekomst van het gebied niet alleen bij landelijke overheden ligt, maar juist gedragen moet worden door de regio zelf.
De drie waterschappen willen tot een gezamenlijke inbreng komen voor de herijking van het Deltaprogramma, met een duidelijke focus op waterveiligheid én zoetwaterbeschikbaarheid. Volgens hen is dat de enige manier om het complexe samenspel van belangen en opgaven in de Zuidwestelijke Delta duurzaam en toekomstbestendig vorm te geven.
Vlnr Jan Bonjer (dijkgraaf Waterschap Hollandse Delta), Co Verdaas (Deltacommissaris), Kees Jan de Vet (dijkgraaf Waterschap Brabantse Delta), Cees Veerman (grondlegger Deltaprogramma), Toine Poppelaars (dijkgraaf Waterschap Scheldestromen) | Foto REEMFOTO Waterschap Hollandse Delta
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.