secundair logo knw 1

Deltacommissaris Co Verdaas bij de presentatie van de geactualiseerde deltascenario's van Deltares in april van dit jaar | Foto: Deltares / Guus Schoonewille

Optimaliseren van het beheer van het watersysteem is niet langer toereikend om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen: er zijn oplossingen buiten het waterbeheer nodig. Dat is 'de kernboodschap' van de gezamenlijke overheden in het Deltaprogramma 2025, schrijft deltacommissaris Co Verdaas in zijn aanbiedingsbrief aan minister Barry Madlener van Infrastructuur en Waterstaat.

Door klimaatverandering staat de vitaliteit van onze delta steeds meer onder druk, aldus Verdaas in zijn eerste aanbiedingsbrief als deltacommissaris. “We moeten op zoek naar een nieuwe balans. Tegelijkertijd zien we verlies aan biodiversiteit en gezond bodemleven. Het ecologisch functioneren van wateren en natuurgebieden staat door klimaatverandering onder toenemende druk.”

Bij plannen voor nieuwe woningen en bedrijventerreinen wordt nog onvoldoende rekening gehouden met het klimaat van de toekomst waarin we vaker te maken krijgen met extreem weer, aldus Verdaas. Naast de onverkorte inzet op waterveiligheid is er meer ruimte nodig om water van piekbuien te bergen en vast te houden voor drogere periodes. Ook moet scherper worden gekeken naar nieuwe projecten die veel water vragen in gebieden waar nu al een tekort aan zoetwater is. Het langetermijnperspectief voor agrariërs in deze gebieden vraagt eveneens aandacht.

In zijn rol als regeringscommissaris voor het Nationaal Deltaprogramma doet Verdaas 4 aanbevelingen aan de minister:

1. ‘Denk groter en kijk vooruit: doorbreek de impasse’
Verdaas doet hiermee een beroep op minister Madlener om de impasse te doorbreken en richting te geven aan de ruimtelijke inrichting van het ‘fysieke domein’. Dat proces wordt volgens de deltacommissaris nog altijd gekenschetst door ‘gebrek aan uitvoeringskracht en perspectief’.

“Sectorale opgaven buitelen over elkaar heen en strijden om voorrang. Nog altijd worden investeringsplannen gelanceerd waar we op de lange termijn spijt van kunnen krijgen. Bijvoorbeeld omdat we te weinig rekening houden met weersextremen en met de noodzaak water te bergen en vast te houden.”

Om vooruitgang te boeken is het nodig goed in kaart te brengen welke opgaven in de fysieke leefomgeving in een regio spelen en hoe deze samenhangen, wat de randvoorwaarden er vanuit 'Water en Bodem Sturend' zijn, welke investeringen nodig zijn en welke instrumenten kunnen worden ingezet, somt Verdaas op. “Ook de Europees-wettelijke verplichtingen voor water en natuur moeten daarbij worden meegenomen.”

Het is nodig, aldus Verdaas, om op regionale schaal ruimtelijk richting te geven aan een klimaatrobuuste toekomst en de daartoe benodigde investeringen. “Zelfs als we weten wat nuttige volgende stappen zijn op weg naar een klimaatbestendig Nederland blijkt het lastig deze consequent te zetten. Overheden wijzen naar elkaar en wachten op geld of kaders. Bedrijven en investeerders vragen om richting voor de (middel)lange termijn.”

De deltacommissaris kondigt aan dat er met de herijking van de deltabeslissingen ingrijpende keuzes aankomen. “Over de toekomst van de Rijn-Maasmonding en vervanging van de Maeslantkering bijvoorbeeld en over de verdeling van het steeds schaars wordende zoetwater over de gebieden in het land.”

2. ‘Geef water de ruimte'
Maak ruimte om te veel neerslag te bergen en water vast te houden voor drogere zomers, aldus Verdaas. Het verdient aanbeveling, zo stelt hij, om per regio kwetsbaarheden en risico’s in beeld te brengen voor een ‘volhoudbare waterbalans’. “We zullen als land opnieuw moeten leren leven met zowel te veel als te weinig water. Wat accepteren we als risico bij een teveel aan water?"

3. 'Geef helderheid aan gebieden met een reserveringszone’
Water bergen en vasthouden vergt steeds meer ruimte, stelt Verdaas. Daarom adviseert hij om bij ‘de lopende herijking van de ruimtelijke reserveringen onder regie van de minister van IenW’ in kaart te brengen welke perspectief er is voor gebieden die onder een reserveringsruimte komen te vallen.

4. ‘Investeer tijdig in het op orde krijgen van voldoende uitvoeringskracht’
De deltacommissaris wijst erop dat aanpassen aan klimaatverandering veel inspanning vraagt die ook nog eens 'significant zal toenemen'. Dat betekent dat er ‘voldoende menskracht, kennis en budget’ beschikbaar moet zijn. Daar moet werk van worden gemaakt want het knelt op die punten, aldus Verdaas.

Hij dringt voor financiële zekerheid op de lange termijn aan op nominale groei van budgetten in het Deltafonds, zoals hij vorig jaar ook deed bij de extra investeringsopgave voor de dijkversterking. Met extra budget kunnen Rijkswaterstaat en de waterschappen tempo blijven maken om de dijken aan de veiligheidsnormen te laten voldoen, stelt Verdaas.

Uitvoerkingskracht vraagt evenzeer om aandacht, aldus de deltacommissaris. Om voldoende menskracht en kennis veilig te stellen moet het kabinet wat hem betreft in de slag met de onderwijsinstellingen en werkgevers om afspraken te maken over (bij)scholen van professionals. "Opdat wij de klus kunnen klaren."


LEES OOK
Kabinet: nieuwe afspraken HWBP en Ruimte voor de Rivier


Deltaprogramma
In het Nationaal Deltaprogramma 2025, dat vandaag door minister Madlener namens het kabinet aan de Tweede Kamer is aangeboden, wordt de voortgang in beeld gebracht van de maatregelen die Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen samen nemen om Nederland klimaatbestendig te maken.

In het nieuwe Deltaprogramma wordt bevestigd dat de opgaven groter worden. “We krijgen vaker te maken met hoogwater, wateroverlast en zoetwatertekorten.”

Deltafonds
DeltafondsHet Deltafonds, de financiële basis voor de maatregelen die voortvloeien uit het jaarlijkse Deltaprogramma, heeft voor de hele looptijd van 2015 tot 2050 een budget van 28 miljard. Dat is te weinig, aldus Verdaas. De verwachting is dat er tot 2050 niet met 28 miljard maar met 41 miljard euro moet worden gerekend, wat vooral is toe te schrijven aan de dijkversterking waar veel meer geld voor nodig is (ruim 12 miljard euro) dan aanvankelijk gedacht.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.
Willen jullie eens kijken of een EU commissaris voor water niet een goed plan zou zijn. Dan komt er een structurele aanpak in Europa en kan het economische plaatje ook beter ingepast worden. Vooruit kijken is slimmer en gunstiger.