In een open brief aan de Deltacommissaris pleiten twee Delftse hoogleraren voor een duidelijke strategie om Nederland voor te bereiden op klimaatverandering en zeespiegelstijging. De afgelopen jaren is er volgens hen wel veel gedroomd, maar nog weinig gebeurd.
"Het is tijd om van dromen naar daden over te gaan. Willen we in de loop van de eeuw grootschalige maatregelen kunnen treffen, dan moet in 2026 de hoofdrichting glashelder zijn", schrijven Bas Jonkman, hoogleraar waterbouwkunde aan de TU Delft, en Han Meyer, emeritus hoogleraar stedenbouwkunde aan diezelfde universiteit in hun brief aan Deltacommissaris Peter Glas.
Volgens hen is per regio een ‘oplossingsrichting’ nodig, te beginnen in Rotterdam-Rijnmond. Daar, en in het Oosterscheldegebied, zullen de eerste knelpunten gaan optreden, zo bleek eerder uit een verkenning van het Expertise Netwerk Waterveiligheid.
Vier oplossingsrichtingen
Aan ideeën voor adaptatie van de hoogwaterbescherming en het hoofdwatersysteem in Nederland is geen gebrek, constateren de beide hoogleraren. Ze wijzen op de inventarisatie die Deltares enkele jaren geleden maakte van meer dan 180 voorstellen. Daaruit komen vier oplossingsrichtingen naar voren: een open relatie tussen rivieren en zee, een gesloten kustlijn, een ‘zeewaartse’ variant met een nieuwe kustlijn en een ‘terugtrek’ variant waarbij de meeste bebouwing is verplaatst naar de hogere delen in het oosten van het land.
Een uniforme oplossingsrichting voor heel Nederland is volgens het duo niet nodig en ook niet mogelijk. In plaats daarvan pleiten zij ervoor om "per regio met teams van wetenschappers, ontwerpers en ingenieurs degelijke probleemanalyses en verschillende opties voor langetermijnoplossingen nader te bestuderen op hun technische, financiële en maatschappelijke haalbaarheid". Daarvoor moet dan ook substantieel budget worden vrijgemaakt.
Haast is geboden, omdat de regering in 2026 nieuwe Deltabeslissingen moet nemen. Willen we in de loop van deze eeuw de nodige grootschalige maatregelen kunnen treffen, dan moet de hoofdrichting tegen die tijd glashelder zijn, menen ze met een verwijzing naar eerdere grote aanpassingen van het Nederlandse watersysteem die decennia vergden.
Daarbij kan tegelijk gekeken worden naar de kansen voor andere belangrijke beleidsagenda’s, zoals de energietransitie, natuurontwikkeling en ruimtelijke ordening.
Maeslantkering
In het gebied rond Rotterdam is de relatie tussen haven, stad en watersysteem “essentieel”. Daarbij komt dat de Maeslantkering, net als de Oosterscheldekering, in de loop van deze eeuw naar alle waarschijnlijkheid niet meer de gewenste veiligheid kan bieden.
Begin daarom in het Rotterdam-Rijnmondgebied, adviseren de hoogleraren, en verken alternatieve strategieën hoe stadsontwikkeling, de transformatie van de haven en ingrepen in het watersysteem elkaar daar kunnen versterken.
In het genoemde Stowa rapport wordt een onderscheid gemaakt naar:
Op basis van de nadere uitwerking kunnen technologen en beleidsmedewerkers van waterschappen een gefundeerde keuze maken voor een natuurlijk systeem, afhankelijk van de specifieke situatie op een RWZI en de gekozen opties:
A. Toepassing van een enkel systeem als ‘stand alone’ techniek als uitbreiding van de RWZI, voor upgrading van het effluent (afloop nabezinktank).
B. Als inpassing in een integraal natuurlijk systeem wat naast effluentbehandeling ook recht doet aan de omgeving en waarbij functies zoals het creëren van natuurlijk, levend water, effluentbuffering, recreatie en natuur gecombineerd worden.
De Waterharmonica's nemen de meeste ruimte in, zeker omdat voor een goede verwijdering van medicijnen laag tot zeer lage belaste Waterharmonica's nodig zijn (zie ook Stowa 2013-07). Dus een hydraulische belasting van zeker niet meer dan 0,05 m/dag. Ofwel een ruimte beslag van 2,5 tot 3,75 m2 per inwoner.
Het totale debiet aan gezuiverd afvalwater in Nederland is ca. 2.000.000 m3 per jaar (CBS, data 2020). Dit zou dan neerkomen op een totaal netto ruimte beslag van 4.000 ha in heel Nederland. Zeg 5.000 tot maximaal 10.000 ha. Dit lijkt veel, maar het is wel met gestapelde belangen en mogelijkheden. Stel 25 cm waterberging: 10.000.000 waterberging, stel dat een kwart van de Waterharmonica's als KRW-waardig wordt beschouwd (is best wel reëel): 500 tot 1.000 ha.... En dan nog recreatie, natuur, CO2-vastlegging, stikstofrechten? Vrienden maken, bufferzones rond de rwzi's. Een voorbeeld van een zoektocht, uitgevoerd door het Wetterskip Fryslân: http://www.waterharmonica.nl/reports/LW289-47_005-rapd02-waterharmonica.pdf. Op weg naar 2027?
Ruud Kampf
Rekel/water
Dus bij hoogheemraadschap Delfland kies je een partij. Vervolgens hebben een paar partijen meer zetels dan andere. Daarna wordt er een Bestuursakkoord getekend door alle partijen, waar ook de minder grote (verliezende) partijen zeggenschap in hebben? Er staat ook: "De gezamenlijk gekozen hoogheemraden vertegenwoordigen in het dagelijks bestuur alle fracties". Wat betekent het dan om een fractie te vertegenwoordigen in de praktijk?
In het geval van hoogheemraadschap Delfland is stemmen op een partij dus niet super zinvol, omdat daarna toch met alle andere partijen wordt samengewerkt om tot een Bestuursakkoord te komen. Grote partijen hebben dan niet meer te bepalen dan kleine partijen?