Hoogheemraadschap Delfland laat onderzoeken of het mogelijk is om op basis van environmental DNA (eDNA) de bron van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater op te sporen. Delfland claimt het eerste waterschap te zijn dat eDNA voor dit doel inzet.
Op veel plekken in Nederland zitten er teveel chemische stoffen en voedingsstoffen in het oppervlaktewater. In het beheersgebied van Delfland worden regelmatig gewasbeschermingsmiddelen, die gebruikt worden in de land- en tuinbouw, in het water teruggevonden.
Extra opsporingsmiddel
“In de gebiedsgerichte aanpak werken we samen met de glastuinbouwbranche om lekkages terug te brengen. Als extra opsporingsmiddel kan de innovatieve eDNA-techniek ons misschien helpen bij het verder terugdringen van lozingen en lekkages en zo bijdragen aan een betere waterkwaliteit in ons gebied”, zegt Thecla den Hoed van het hoogheemraadschap.
Generieke beschermingsmiddelen
“Van de vervuilingen die wij constateren, is het vaak niet mogelijk precies aan te geven van welk bedrijf deze afkomstig zijn”, stelt Den Hoed. “De gebruikte gewasbeschermingsmiddelen worden steeds generieker ingezet. Alleen door vast te stellen welk gewasbeschermingsmiddel in het water zit, kunnen we dus niet meer achterhalen welk soort bedrijf de bron is”.
Uitrol in de praktijk
Om daar meer duidelijkheid over te krijgen, gaat Delfland nu onderzoek doen naar naar de mogelijkheden om met eDNA de bron op te sporen. “De eerste tests worden nu in het laboratorium gedaan. Over een week of vier verwachten we te weten of we op basis van DNA-sporen specifiek genoeg kunnen zeggen welk gewas wordt gekweekt in de kas waaruit de vervuiling afkomstig is. Als dat inderdaad het geval is, kan deze methode in de praktijk worden uitgerold”.
Hoeveel kogels heeft men laten vallen (op verschillende plaatsen) om te concluderen dat de faalkans als gevolg van een impact (25 kg bal van 22 meter hoogte lijkt me inderdaad een aardige klap geven) op een voldoende laag niveau zit?