Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) werkt aan een ‘nationale maatlat’ voor klimaatadaptief bouwen. Die wil hij gebruiken bij de plannen voor de circa 1 miljoen woningen die nodig zijn om het woningtekort op te lossen. Volgens de minister zijn de criteria nu niet duidelijk.
Dat antwoordt onlangs aangetreden bewindsman op Kamervragen die de Partij voor de Dieren in december stelde naar aanleiding van een advies van Deltacommissaris Peter Glas over klimaatadaptatie en woningbouw. Volgens Glas wordt tot nu toe bij locatiekeuzes voor woningbouw nog nauwelijks rekening gehouden met het bodem- en watersysteem en de gevolgen van klimaatverandering op de lange termijn.
Naar schatting 820.000 van de circa 1 miljoen woningen die tot 2030 zijn voorzien, worden in de nu voorliggende plannen gebouwd in overstroombaar, slap, zettingsgevoelig en nat gebied, aldus de Deltacommissaris in zijn Adviesbrief woningbouw en klimaatadaptatie.
Dat is niet zo vreemd, vindt De Jonge, omdat in deze gebieden de woningtekorten ook het grootst zijn. Tegelijk wil de onlangs aangetreden minister bij de woningbouwopgave rekening houden met de langetermijngevolgen van klimaatverandering, "zodat de gevolgen niet op de toekomstige generaties worden afgewenteld".
Actieprogramma
Dat betekent "een flinke uitdaging", erkent hij. In zijn reactie op het advies van de Deltacommissaris, die binnenkort volgt, wil de minister aangeven hoe hij die denkt op te pakken. Samen met de ministers van Infrastructuur en Waterstaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit werkt hij intussen aan een Nationaal Actieprogramma Klimaatadaptatie gebouwde omgeving.
Een van de acties daarin is de nationale maatlat, die gaat over thema’s als hitte, wateroverlast en overstroming, droogte, klimaatbestendigheid en biodiversiteit. In zijn advies bepleitte Deltacommisaris Glas ook al zo’n ‘generieke landelijke maatlat’ en ‘landelijke uitgangspunten, doelen en prestatieafspraken’.
Coalitieakkoord
In zijn antwoord aan de Kamer zegt De Jonge verder het belangrijk te vinden om de klimaatcrisis, de woningcrisis, de stikstofcrisis en de biodiversiteitscrisis in samenhang op te lossen.
Hij verwijst ook nog eens naar het coalitieakkoord, waarin staat dat water en bodem sturend moeten worden in ruimtelijke planvorming. De waterschappen zijn daar blij mee: niet-klimaatbestendig bouwen zal volgens hen op de lange termijn tot veel meer kosten leiden.
MEER INFORMATIE
Antwoorden op Kamervragen
H2O-bericht: Water- en bodemsysteem moet leidend zijn bij woningopbouwgave
H2O-artikel: Klimaat vraagt om harde keuzes inrichting Nederland
In het genoemde Stowa rapport wordt een onderscheid gemaakt naar:
Op basis van de nadere uitwerking kunnen technologen en beleidsmedewerkers van waterschappen een gefundeerde keuze maken voor een natuurlijk systeem, afhankelijk van de specifieke situatie op een RWZI en de gekozen opties:
A. Toepassing van een enkel systeem als ‘stand alone’ techniek als uitbreiding van de RWZI, voor upgrading van het effluent (afloop nabezinktank).
B. Als inpassing in een integraal natuurlijk systeem wat naast effluentbehandeling ook recht doet aan de omgeving en waarbij functies zoals het creëren van natuurlijk, levend water, effluentbuffering, recreatie en natuur gecombineerd worden.
De Waterharmonica's nemen de meeste ruimte in, zeker omdat voor een goede verwijdering van medicijnen laag tot zeer lage belaste Waterharmonica's nodig zijn (zie ook Stowa 2013-07). Dus een hydraulische belasting van zeker niet meer dan 0,05 m/dag. Ofwel een ruimte beslag van 2,5 tot 3,75 m2 per inwoner.
Het totale debiet aan gezuiverd afvalwater in Nederland is ca. 2.000.000 m3 per jaar (CBS, data 2020). Dit zou dan neerkomen op een totaal netto ruimte beslag van 4.000 ha in heel Nederland. Zeg 5.000 tot maximaal 10.000 ha. Dit lijkt veel, maar het is wel met gestapelde belangen en mogelijkheden. Stel 25 cm waterberging: 10.000.000 waterberging, stel dat een kwart van de Waterharmonica's als KRW-waardig wordt beschouwd (is best wel reëel): 500 tot 1.000 ha.... En dan nog recreatie, natuur, CO2-vastlegging, stikstofrechten? Vrienden maken, bufferzones rond de rwzi's. Een voorbeeld van een zoektocht, uitgevoerd door het Wetterskip Fryslân: http://www.waterharmonica.nl/reports/LW289-47_005-rapd02-waterharmonica.pdf. Op weg naar 2027?
Ruud Kampf
Rekel/water
Dus bij hoogheemraadschap Delfland kies je een partij. Vervolgens hebben een paar partijen meer zetels dan andere. Daarna wordt er een Bestuursakkoord getekend door alle partijen, waar ook de minder grote (verliezende) partijen zeggenschap in hebben? Er staat ook: "De gezamenlijk gekozen hoogheemraden vertegenwoordigen in het dagelijks bestuur alle fracties". Wat betekent het dan om een fractie te vertegenwoordigen in de praktijk?
In het geval van hoogheemraadschap Delfland is stemmen op een partij dus niet super zinvol, omdat daarna toch met alle andere partijen wordt samengewerkt om tot een Bestuursakkoord te komen. Grote partijen hebben dan niet meer te bepalen dan kleine partijen?