Het Hoogheemraadschap van Delfland wil meer grip op de indirecte lozingen, dus op de lozing van stoffen via het riool. ‘Indien nodig zullen we de spreekwoordelijke duimschroeven aandraaien’, zegt heemraad Robert Tieman.
“In 2009 is besloten dat de handhaving van vergunningen een verantwoordelijkheid van de omgevingsdiensten zou worden en niet meer van de waterschappen,” legt Robert Tieman, hoogheemraad van Delfland, uit.
Robert Tieman“Er loopt nu een discussie of dat allemaal wel zo slim was en of die verantwoordelijkheden niet anders belegd moet worden”, vervolgt Tieman, die niet op de uitkomsten van die discussie wil wachten. “Die discussie moeten we vooral voeren met z’n allen, maar het kan wel tien jaar duren voor er beslissingen over worden genomen. Die tijd hebben we niet.”
De waterkwaliteit in het beheersgebied van Delfland is namelijk niet op orde. De doelstellingen uit de kaderrichtlijn water lijken niet te worden gehaald. “Daarom zeggen wij: laten we binnen de manier waarop het nu georganiseerd is kijken wat we wel kunnen doen.”
Volgens Tieman betekent dat concreet dat dat het hoogheemraadschap en de gemeenten Rotterdam en Gouda, de provincie Zuid-Holland en de omgevingsdiensten DCMR Rijnmond, Midden-Holland en Zuid-Holland Zuid gaan samenwerken bij het beoordelen van de vergunningen. “Overigens hoop ik dat ook andere gemeenten en waterschappen zich bij dit convenant aansluiten om te komen tot een integrale samenwerking bij het actualiseren van de lozingsvergunningen.”
Met deze groep van overheden wil Delfland in twee jaar alle risicovolle lozingen beoordelen en waar nodig aanpassen. “Dat begint er mee dat we monsters van onze vier zuiveringen gaan analyseren, kijken welke stoffen we tegenkomen en die vervolgens proberen te herleiden tot bedrijven, sectoren of locaties als industrieparken.”
Daarna wil Tieman het gesprek met de bedrijven en sectoren aangaan. “Bij veel, vooral MKB-bedrijven, zal dat ook een kwestie van educatie zijn. Weten ze wel welke stoffen er zitten in producten die ze gebruiken? Kennen ze de minimalisatieverplichting en daarmee ook de plicht om te zoeken naar alternatieve producten of stoffen? Dat wil ik de komende twee jaar wel echt tussen de oren krijgen en daarom gaan we de spreekwoordelijke duimschroeven aandraaien als dat nodig is. Alles om ervoor te zorgen dat we op koers komen voor de KRW-doelen.”