Nadat bij enkele industriële waterzuiveringsinstallaties legionella was aangetroffen, zette STOWA vorig najaar een Community of Practice op. In deze community kunnen waterschappen van elkaar leren. Waterschappen weten elkaar en het RIVM nu sneller te vinden na een eventuele besmetting met legionella.
Er is kans op legionella bij warme-deelstroombehandelingen op rwzi’s. In Nederland zijn twaalf van zulke warme-deelstroominstallaties in bedrijf en wordt er één opgestart. Binnen de Community of Practice bespreken de betrokken waterschappen het mogelijk ontstaan van legionella. Ook wisselen ze data en meetresultaten uit en houden elkaar op de hoogte van het het effect van mogelijke maatregelen.
Imke LeenenNamens STOWA coördineert Imke Leenen de community. “Het vormen van een community betekent concreet dat we een aantal keer per jaar bij elkaar zitten, elke maand metingen op de rwzi’s doen, de resultaten daarvan delen en van elkaar kunnen leren.”
Sneller reageren
Nu de community een aantal maanden actief is, ziet Leenen dat de betrokken waterschappen elkaar en de STOWA makkelijker weten te vinden rond het onderwerp legionella. “Er zijn natuurlijk al heel veel samenwerkingsvormen tussen waterschappen en zuiveringen, maar rond dit onderwerp ontbrak een vaste samenwerking. Omdat we ook het RIVM bij de community hebben betrokken, kunnen we snel schakelen met de meest relevante partners. Als legionella wordt aangetroffen, kunnen waterschappen nu sneller reageren.”
De recente uitbraken van legionellose waren volgens Leenen aanleiding voor de betrokken waterschappen om de voorzorgsmaatregelen te actualiseren. “Dan bedoel ik voorzorgsmaatregelen voor de medewerkers, maar ook voor de omgeving. Op dit moment zijn we met elkaar aan het nadenken over de maatregelen die op zuiveringen genomen kunnen worden om verspreiding van legionella te vermijden. Het afdekken van warme deelstroominstallaties is momenteel de beste methode die we hebben en we bespreken nu de verschillende ervaringen die met met deze aanpak hebben.”
Het overleg in de Community of Practice leidde tot een aantal adviezen aan de waterschappen. Zo wordt onder andere geadviseerd om maandelijks het water in de warme-deelstroominstallatie te bemonsteren en te analyseren, bij hoge concentraties legionella in de waterfase ook legionella in de lucht te bepalen en de persoonsbeveiliging van de medewerkers (en bezoekers) aan te scherpen. Leenen: “Dit zijn geen nieuwe richtlijnen. De adviezen bevestigen en uniformeren de werkwijze van de waterschappen.”
MEER INFORMATIE
Laboratoriumtest wijst op koeltoren als bron legionella-uitbraak in Gent
Vijf bedrijven in onderzoek voor legionella-besmetting Gent
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.