Het Buurtdashboard maakt snel inzichtelijk hoe klimaatbestendig wijken zijn. Van elke wijk in Nederland kan bijvoorbeeld worden gekeken hoe groen ze zijn en hoe hoog de gevoelstemperatuur kan oplopen. Het dashboard kan helpen bij het bepalen welke klimaatopgaven in een wijk het meest urgent zijn.
Het Buurtdashboard is een initiatief van Deltares, Hogeschool van Amsterdam en Climate Adaptation Services (CAS). “Er kwamen een aantal ontwikkelingen samen”, vertelt Reinder Brolsma, adviseur / onderzoeker bij Deltares.
Zo was De Universiteit van Amsterdam bezig met het indelen van Nederland in wijktypes, CAS bleek een dashboard met de benodigde functionaliteiten te hebben ontwikkeld en instellingen als CBS en RIVM bleken hun data op hetzelfde wijkniveau te verzamelen.
“Daar kwam onze nieuwsgierigheid naar de klimaatrobuustheid van wijken nog bij”, vervolgt Brolsma. “Wij wilden heel graag weten of er verschillen tussen wijken en wijktypen waren op dit gebied. En dan ga je vervolgens kijken waar dat aan zou kunnen liggen, zoals bijvoorbeeld de hoeveelheid groen in een buurt. Dat alles, in combinatie met informatie uit de Klimaateffectatlas, komt samen in dit dashboard.”
Het dashboard is bedoeld voor alle professionals die zich bezig houden met de ruimtelijke inrichting van gemeenten. “De effecten, gebiedskenmerken en kwetsbaarheden zijn snel op te roepen. Onder effecten verstaan we factoren als temperatuur en grondwaterstand, gebiedskenmerken gaat bijvoorbeeld over het groen in een buurt en kwetsbaarheden zijn sociaal economische factoren.”
Omdat die laatste factoren ook in het dashboard zijn opgenomen, is deze tool volgens Brolsma ook interessant voor medewerkers van gemeenten die zich bezig houden met sociaal-economische interventies. “Je ziet vaak dat een wijk verschillende uitdagingen kent. Dus op het gebied van klimaat, maar ook sociaal-economisch. Dan kan een dashboard als dit helpen bij het maken van een integrale beoordeling en vervolgens ook een integrale wijkaanpak.”
Hoeveel kogels heeft men laten vallen (op verschillende plaatsen) om te concluderen dat de faalkans als gevolg van een impact (25 kg bal van 22 meter hoogte lijkt me inderdaad een aardige klap geven) op een voldoende laag niveau zit?