secundair logo knw 1

Burgerwetenschappers experimenteerden afgelopen zomer alvast met meetmethoden l Foto Lenneke Bolkenbaas

Vijf jaar burgerwetenschap in het project ‘Vang de watermonsters’ heeft wel duidelijk gemaakt dat het met de waterkwaliteit in Nederland slecht gesteld is. Nu komt er een vervolg, waarin de initiatiefnemers ook op zoek willen naar oplossingen. Te beginnen bij de riooloverstort. 

Sinds deze week meten zo’n veertig vrijwilligers op dertig verschillende locaties in Nederland de waterkwaliteit rond een riooloverstort. Ze kijken daarbij zowel naar plaatsen waar het riool overstort als naar plaatsen waar dat niet het geval is, zodat ze die met elkaar kunnen vergelijken. 

Het project ‘Water op de kaart’ is een initiatief van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en Natuur & Milieu, die ook al samenwerkten in het eerdere ‘Vang de watermonsters’. 

1209 Rosan van HalsemaRosan van Halsema"Daarmee onderzochten we vijf jaar lang de waterkwaliteit met burgerwetenschappers in heel Nederland", zegt onderzoeker Rosan van Halsema van NIOO-KNAW. "Dat heeft gigantisch veel gegevens opgeleverd, waarmee een goed beeld hebben gekregen. Nu willen we meer in detail gaan kijken naar oorzaken en oplossingen."

Medicijnresten
Eind vorig jaar zijn de laatste resultaten van ‘Vang de watermonsters’ gepresenteerd, vanaf begin dit jaar is samen met een groepje burgerwetenschappers gezocht naar manieren en methoden om dit te doen. 

"We hebben besloten om te starten in het stedelijk gebied, waar riooloverstorten een belangrijke bron van vervuiling zijn", vertelt Van Halsema. "Bij de harde plensbuien die Nederland tegenwoordig kent, zit het riool overvol met water en stroomt het over naar de omliggende wateren. En daarmee alles wat er in dat riool zit. Dat varieert van medicijnresten en drugs tot natuurlijk poep en plas."

Samen met de dertig burgerwetenschappers die zich aanmeldden voor het vervolgproject is een meetmethode ontwikkeld. Daarbij worden een jaar lang twee keer per maand met verschillende indicatoren gemeten op plaatsen waar het riool overstort en op zogenoemde referentieplaatsen. 

Plan van aanpak
De burgerwetenschappers gaan daarbij niet over een nacht ijs. Ze meten onder andere de stroming, de temperatuur van het water, de hoeveelheid en soorten waterdieren, het sediment, de nutriënten en de afbraak van het organisch materiaal.

Van Halsema: "We schieten met hagel, in de hoop dat er iets uitkomt waar we mee verder kunnen. Hoe groot het effect van een riooloverstort is, is nu niet duidelijk. Op deze manier hopen we een plan van aanpak te kunnen ontwikkelen met wetenschappelijk onderbouwde resultaten."

Naast de burgerwetenschappers worden ook bewoners, waterschappen en gemeenten rond de overstorten bij het project betrokken. Zo hebben de deelnemers zelf al contact gelegd met ‘hun’ gemeente. "Die moet er uiteindelijk ook mee aan de slag", aldus Van Halsema. "En de mensen thuis, door bijvoorbeeld hun regenpijp af te koppelen of tegels uit de tuin te halen, zodat riolen minder snel overstromen."

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.
  • Je reactie is nog niet geplaatst. We checken hem eerst.
    Nieuw Water · 5 months ago
    Werken jullie wel samen met Drinkable Rivers Citizen Science?
(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.