Wereldwijd beïnvloeden boeren het landschap en watersysteem. Agrariërs gebruiken ook in Nederland oppervlakte- en grondwater om te beregenen. Tegelijkertijd vervullen ze een steeds belangrijker rol bij het klimaatrobuust inrichten van het landschap en het tegengaan van droogte. Maar Nederland heeft nog geen antwoord op de vraag hoe dat precies moet. “Boeren, waterschappen en overheden moeten samen leren hoe je droge periodes overbrugt.”
De Nederlandse landbouw is nog onvoldoende ingericht op de natte winters en de droge zomers waar het land de afgelopen jaren mee geconfronteerd werd. Wel verwachten klimaatmodellen dat we meer periodes van teveel én van te weinig water gaan krijgen. Melle Nikkels, adviseur bij adviesbureau Aequator Groen & Ruimte, promoveerde eind mei aan de Wageningen University & Research op het proefschrift Farmers as water managers. Hij onderzocht welke rol boeren (kunnen) spelen bij het waterbeheer. “Aan boeren wordt gevraagd te investeren in lokale maatregelen die het watersysteem positief beïnvloeden.. Waarom de ene boer wel en de ander niet investeert is onbekend. Onderbelicht blijft vaak dat hele persoonlijke motieven beslissend zijn voor een individuele agrariër.”
Persoonlijke motieven
In zijn PhD-onderzoek ontwikkelde Nikkels een methode die helpt bij het bespreken van de persoonlijke en veranderende waarde van water. Hij bekeek welke persoonlijke motieven een rol spelen bij de vraag of een agrariër bereid en in staat is om te investeren in water en wat de mogelijke gevolgen van zo’n investering zijn. “Soms kan een boer simpelweg niet investeren in waterbeheer omdat de financiële mogelijkheden beperkt zijn. Soms is echter ook niet duidelijk wat precies de gevolgen zijn van een andere waterhuishouding, op bedrijfsniveau en ook op regionaal niveau. Dan mist er dus relevante informatie.”
Open gesprek
Volgens Nikkels is het in elk geval van belang dat waterschappen, andere overheden en boeren met elkaar in gesprek gaan over de rol van agrariërs en de verantwoordelijkheden van overheden. “De betrokken partijen zullen echt samen moeten leren hoe we droge periodes kunnen overbruggen. Daar is meer voor nodig dan een inspraakavond. Ik bedoel een echte dialoog, een open gesprek, waarbij de uitkomst niet van te voren al vaststaat. Dan kunnen inzichten ontstaan die nuttig zijn voor beleid en ontstaat in elk geval meer begrip voor de beweegredenen van boeren.”
Adaptieve strategie
Het voeren van een open gesprek moet niet verward worden met vrijblijvendheid, benadrukt Nikkels. “Maar het zou ons wel bewust moeten maken dat de houding ten opzichte van water steeds verschuift. Perspectieven over de waarde van water zijn aan het veranderen. Dat geldt voor agrariërs, die nu een heel ander beeld hebben van de waarde van water, maar ook voor de samenleving als geheel. Toen ik vijf jaar geleden begon met mijn onderzoek waren we echt niet zo ver als nu en niemand weet wat er de komende jaren gebeurt. Op de een of andere manier zou het raadzaam zijn om te komen tot een adaptieve droogtestrategie. Het is een zoektocht voor iedereen waarbij we samen moeten leren over de waarde van water.”
LEES OOK
Bericht op de website van Aequator Groen & Ruimte
Bericht op de website van Wageningen University & Research
Podcast waarin Melle Nikkels per hoofdstuk zijn proefschrift bespreekt
Het proefschrift Farmers as water managers is op aanvraag verkrijgbaar via Aequator Groen & Ruimte
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.