In het Overijsselse Rouveen is een bodemdalingsmeetsite ingericht waar bodemdaling in ruimte en tijd wordt gemeten. De meetsite moet de eerste van een landelijk netwerk worden waarmee bodemdaling structureel en frequent kan worden gemeten.
De bodemdalingmeetsite in Rouveen zal vijf jaar in bedrijf zijn en er wordt gemeten met vier technieken: landmeten, extensometer, LiDAR en InSAR. De meetsite is verspreid over elf boerenbedrijven. Elk boerenbedrijf is voorzien van een referentieperceel en een onderwaterdrainage perceel.
Als de bodemdaling landelijk wordt gemonitord, kan dat helpen om de geschiktheid van maatregelen tegen bodemdaling te beoordelen, bijvoorbeeld onderwaterdrainage. Meer meetgegevens geven vanzelfsprekend ook inzicht in de snelheid van de bodemdaling en de verschillen per gebied en jaar.
Landelijk netwerk
“Het is daarom de bedoeling dat er een landelijk netwerk van bodemdalingsmeetsites in veenweidegebieden komt,” zegt Gilles Erkens. Erkens is bodemdalingsexpert bij Deltares en bij de bodemdalingsmeetsite betrokken vanuit het Nationale Kennisprogramma Bodemdaling. “Aan de klimaattafels zijn daar plannen over gemaakt met de gezamenlijke onderzoekspartijen en in het Klimaatakkoord is dat ook uitgewerkt.”
Hoeveel bodemdalingsmeetsites er binnen het landelijke netwerk komen, hangt volgens Erkens af van de beschikbare financiering. “Het inrichten van zo’n site is behoorlijk duur. In een ideale wereld zou je meerdere meetsites in veenweidegebieden hebben en daarnaast ook in kleigronden en in stedelijk gebied. Dan kunnen we namelijk echt per gebied bepalen welke maatregelen we het beste kunnen nemen om bodemdaling tegen te gaan”.
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.