Private partijen die windturbines op of bij waterkeringen willen bouwen, komen regelmatig in de problemen met hun planning omdat ze de waterschappen te laat betrekken bij hun voornemens. Dat stelt het kennisnetwerk Windturbines nabij waterkeringen.
“In Kampen was er een situatie waarbij er al begonnen was met bouwen aan windturbines op een dijk, zonder dat dit door het waterschap was goedgekeurd”, vertelt Dolf Moerkens. Moerkens is beleidsadviseur bij de Unie van Waterschappen en secretaris van het kennisnetwerk Windturbines nabij waterkeringen. “Dat eindigt dan in rechtszaken en kost iedereen geld. Daarom roepen we de ontwikkelaars op om waterschappen echt in het voortraject te betrekken bij de aanleg van windturbines.”
Het kennisnetwerk is enkele jaren geleden opgezet door waterschappen, het ministerie van I&W, Rijkswaterstaat en Stowa omdat de vraag naar ruimte voor windturbines groeit en daarbij ook regelmatig gekeken wordt naar locaties als dijken en andere waterkeringen. “Maar het hoofddoel van een waterkering is te ervoor te zorgen dat we droge voeten houden. Dat is het belang ervan. Die belangen kunnen botsen met de aanleg van windturbines. De trillingen van de turbines kunnen bijvoorbeeld invloed hebben op de stabiliteit van een dijk. Dat moet je vooraf onderzoeken.”
Om ontwikkelaars te helpen publiceerde het kennisnetwerk drie handreikingen: over wetgeving, over beleid en over techniek. “We hebben het hele proces rondom planning, aanleg en werking van windturbines bij waterkeringen bekeken en beschreven. Steeds met de invalshoek: waar loop je eigenlijk tegenaan als je zoiets van plan bent.”
Volgens Moerkens trekken ontwikkelaars nu vaak als eerste aan de bel bij gemeenten of provincies en worden waterschappen regelmatig pas achteraf betrokken. “Het belangrijkste advies uit de handreikingen is daarom om de waterschappen op tijd bij het proces te halen. Dat moet trouwens ook gewoon wettelijk, want waterschappen moeten de vergunningen afgeven.”
Bovendien hebben waterschappen, daar is Moerkens van overtuigd, de kennis in huis over de effecten van windturbines op de waterkeringen. ”De projecten worden er gewoon sterker van, want er is in principe heel veel mogelijk. In het beheersgebied van waterschap Noorderzijlvest zijn, met voorzorgsmaatregelen, zelfs enkele windturbines in een dijk gebouwd.”
In het genoemde Stowa rapport wordt een onderscheid gemaakt naar:
Op basis van de nadere uitwerking kunnen technologen en beleidsmedewerkers van waterschappen een gefundeerde keuze maken voor een natuurlijk systeem, afhankelijk van de specifieke situatie op een RWZI en de gekozen opties:
A. Toepassing van een enkel systeem als ‘stand alone’ techniek als uitbreiding van de RWZI, voor upgrading van het effluent (afloop nabezinktank).
B. Als inpassing in een integraal natuurlijk systeem wat naast effluentbehandeling ook recht doet aan de omgeving en waarbij functies zoals het creëren van natuurlijk, levend water, effluentbuffering, recreatie en natuur gecombineerd worden.
De Waterharmonica's nemen de meeste ruimte in, zeker omdat voor een goede verwijdering van medicijnen laag tot zeer lage belaste Waterharmonica's nodig zijn (zie ook Stowa 2013-07). Dus een hydraulische belasting van zeker niet meer dan 0,05 m/dag. Ofwel een ruimte beslag van 2,5 tot 3,75 m2 per inwoner.
Het totale debiet aan gezuiverd afvalwater in Nederland is ca. 2.000.000 m3 per jaar (CBS, data 2020). Dit zou dan neerkomen op een totaal netto ruimte beslag van 4.000 ha in heel Nederland. Zeg 5.000 tot maximaal 10.000 ha. Dit lijkt veel, maar het is wel met gestapelde belangen en mogelijkheden. Stel 25 cm waterberging: 10.000.000 waterberging, stel dat een kwart van de Waterharmonica's als KRW-waardig wordt beschouwd (is best wel reëel): 500 tot 1.000 ha.... En dan nog recreatie, natuur, CO2-vastlegging, stikstofrechten? Vrienden maken, bufferzones rond de rwzi's. Een voorbeeld van een zoektocht, uitgevoerd door het Wetterskip Fryslân: http://www.waterharmonica.nl/reports/LW289-47_005-rapd02-waterharmonica.pdf. Op weg naar 2027?
Ruud Kampf
Rekel/water