secundair logo knw 1

Militairen hielpen bij het opruimen van spullen die begin januari op de Waddeneilanden aanspoelden, zoals hier op Schiermonnikoog I Foto: Defensiekrant / Wikimedia Commons

Het einde van de opruimactie van de 342 overboord geslagen containers van MSC Zoe komt in zicht. Naar verwachting is binnenkort zo’n 85 procent van de containers en lading in het Nederlandse deel van de Noordzee geborgen. Een klein deel van de containers wordt mogelijk nooit meer teruggevonden.

Het lokaliseren van de containers op de zeebodem is nagenoeg afgerond, meldt Rijkswaterstaat. In de nacht van 1 op 2 januari sloegen 342 containers van MSC Zoe overboord, waarschijnlijk door het stormachtige weer. Het vrachtschip voer toen op de route boven de Waddeneilanden. Sinds 3 januari hebben verschillende surveyschepen een kleine 3.000 vierkante kilometer van de Noordzee - een gebied van ongeveer twee keer de provincie Utrecht - in kaart gebracht.

De survey heeft geresulteerd in een ‘master target list’: een overzicht van objecten die mogelijk van MSC Zoe afkomstig zijn. Het bergingsbedrijf Ardent werkt deze lijst af in opdracht van Mediterranean Shipping Company (MSC), de eigenaar van het containerschip. Met de berging kon pas op 18 januari worden begonnen, want eerder was niet mogelijk door ongunstige weersomstandigheden. Eind april waren 19 containers en 265 geïdentificeerde containerdelen met unieke containernummers geborgen.

Bergingslijst binnenkort afgewerkt
Volgens Rijkswaterstaat is de lijst naar verwachting binnenkort afgewerkt. Dan is een kleine 85 procent van de overboord geslagen containers en lading in het Nederlandse deel van de Noordzee geborgen. Voor deze klus zijn de grote bergingsschepen Geosund en Atlantic Tonjer ingezet. Kleinere gespecialiseerde schepen zijn aan het werk in het ondiepere deel van de zee, dichter bij de Waddeneilanden.

Rijkswaterstaat is nog in overleg met MSC over een proef met ‘hot spot net catching’. De rederij huurt dan vissersschepen in, die materiaal van de zeebodem opvissen. Daarnaast is er het project Fishing for Litter, waarbij vissers het zwerfvuil in hun netten meenemen naar land. Omdat zij nu waarschijnlijk meer afval dan normaal in de netten krijgen, zullen de kosten voor het project stijgen. Rijkswaterstaat en MSC zijn in gesprek over de vergoeding van de extra kosten.

Deel lading onvindbaar
De overboord geslagen containers zijn onder meer gevuld met auto’s, auto-onderdelen, meubels, textiel, kleding en schoenen. Veel containers zijn opengebarsten, waardoor de inhoud in zee terechtkwam. Dat leidde ertoe dat een deel van de lading begin januari op de Waddeneilanden aanspoelde.

Frank Kleissen van kennisinstituut Deltares die onderzoek doet naar de manier waarop afvalstromen zich in zeewater gedragen, voorspelt dat lang niet alle producten uit de containers zullen worden teruggevonden. “Al die spullen gedragen zich anders”, zegt hij in een interview bij RTV Noord en Omrop Fryslân. “Sommige materialen blijven op bodem liggen, omdat ze heel zwaar zijn. Andere materialen zijn wat dichtheid betreft net zo zwaar als het water. Ze hebben de neiging om te blijven drijven of in elk geval in de waterkolom terecht te komen.”

Een deel van de containers is volgens Kleissen ver weggedreven. “Als de lading maar een heel klein beetje zwaarder is dan water, dan kan het heel lang duren voordat zo’n container op bodem terecht komt. Die zwerft rond onder water en kan ver komen. Zelfs in een halve dag, ben je al snel een paar kilometer verder.” De Deltares-onderzoeker schat in dat een klein deel van de containers nooit of pas over jaren wordt teruggevonden.

Bij het voorval met MSC Zoe vielen twee containers met gevaarlijke stoffen in zee. De container waarin 280 zakken met 25 kilo organische peroxide zaten, is in maart in de Noordzee op Duits grondgebied gevonden. De locatie van de andere container met 1.400 kilo aan lithium-ion-batterijen is nog altijd niet bekend. Hiervan worden echter geen schadelijke milieueffecten verwacht.

Schadeloket bij Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat heeft rederij MSC aansprakelijk gesteld voor de veroorzaakte schade. Rijkswaterstaat coördineert de schadeafhandeling en heeft een schadeloket in het leven geroepen. Intussen hebben zich 26 partijen aangemeld bij dit loket. Rijkswaterstaat heeft onlangs de eerste complete dossiers ingediend bij MSC.

De Tweede Kamer heeft op 14 mei gedebatteerd over de gevolgen van de containerramp. Daarbij diende de oppositie vijf moties in over onder meer de oprichting van een nazorgfonds en een fonds voor de voorfinanciering van schade. Ook werd gepleit voor openbaarmaking van de gedetailleerde vrachtbrief. Geen enkele motie haalde gisteren bij de stemming een Kamermeerderheid. Zo had minister Van Nieuwenhoven van Infrastructuur en Waterstaat een schade- of nazorgfonds ontraden, omdat de reder aansprakelijk is voor alle schade. De regeringspartijen gingen daarin mee.

 

MEER INFORMATIE
Stand van zaken door Rijkswaterstaat
Beantwoording Kamervragen door minister van IenW (10 mei)
Bericht over start berging
Interview Frank Kleissen (Deltares)

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.