In reactie op de stikstofuitspraak van de Raad van State over de beperking van intern salderen, heeft het kabinet vrijdag besloten een ministeriële stikstofcommissie in te stellen. Deze commissie moet voorkomen dat ‘Nederland vastloopt’ door stikstofbeperkingen. De uitspraak heeft ook consequenties voor de waterschappen, schrijft de Unie van Waterschappen.
De Raad van State deed in december uitspraak en deze komt erop neer dat organisaties niet langer de uitstoot of de ongebruikte ruimte in bestaande vergunningen kunnen inzetten voor nieuwe projecten, zonder een natuurvergunning aan te vragen.
Dit zogeheten ‘intern salderen’ wilde het Brabantse destructiebedrijf Rendac toepassen bij het plaatsen van een nieuwe installatie. Het bedrijf had nog niet benutte stikstofruimte over uit eerdere vergunningaanvragen en meende deze te kunnen gebruiken voor de bouw van de nieuwe installatie. Stichting Mobilisation for the Environment (MOB) kwam hiertegen in het geweer en spande een rechtszaak aan.
Daarin deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vorige maand een uitspraak met het vaststellen van een nieuw beoordelingskader. Dat is direct van toepassing en heeft gevolgen voor alle lopende en toekomstige vergunningsprocedures, schrijft de Raad van State.
Het kabinet vreest dat deze uitspraak en mogelijk ook die in een door Greenpeace aangespannen zaak tegen de Staat over verminderen van de stikstofuitstoot, tal van projecten op slot zal zetten. In reactie stelt het kabinet een ministeriële stikstofcommissie in die wordt geleid door premier Dick Schoof. Op zijn wekelijkse persconferentie zei hij afgelopen vrijdag dat het kabinet ‘moet voorkomen dat Nederland vastloopt’.
In de commissie neemt minister Barry Madlener van Infrastructuur en Waterstaat plaats. Andere bewindslieden die meedoen zijn Mona Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), Femke Wiersma (Landbouw) en Ruben Brekelmans (Defensie), aldus NRC.
De uitspraak van de Raad van State over intern salderen heeft ook consequenties voor de waterschappen, schrijft de Unie van Waterschappen. De wijzigingen beperken de mogelijkheden van waterschappen en kunnen gevolgen hebben voor de voortgang van projecten, zoals de uitvoering van Kaderrichtlijn Water-maatregelen, aldus de koepelorganisatie.
“Voorheen konden waterschappen bijvoorbeeld de stikstofruimte van een rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) gebruiken om een uitbreiding van diezelfde rwzi te realiseren, zonder extra vergunningaanvraag. En door bijvoorbeeld een dieselgemaal te moderniseren, was het mogelijk om bestaande uitstoot weg te strepen tegen de nieuwe situatie. Deze praktijk is nu niet meer toegestaan: een natuurvergunning is vanaf nu altijd vereist bij intern salderen, en niet-benutte ruimte in bestaande vergunningen mag niet langer worden ingezet.”
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.