secundair logo knw 1

Het opvangen van regen wordt door burgers vaak als maatregel genoemd I foto: Walton LaVonda /Pixnio

Maak de dreigende gevolgen van extreem weer concreet en dichtbij. En leg de nadruk op het samen doen. Dat zijn aanbevelingen uit een onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam naar hoe burgers kunnen worden aangespoord om zelf klimaatmaatregelen te nemen. Want informeren en creëren van bewustwording volstaan niet.

“Consequenties van extreem weer hebben te maken met comfort, niet met levensbedreigingen.” “Ik maak me wel eens zorgen. Maar dan denk ik ook weer: Nederland is heel goed met waterbeheer dus het zal wel goedkomen.” Deze citaten van bewoners uit de regio Noorderkwartier zijn typerend voor hoe veel mensen denken over klimaatverandering en wat zij daarbij zelf kunnen doen, vindt Loes Kreemers, onderzoeker bij het lectoraat Psychologie voor een duurzame stad van de Hogeschool van Amsterdam. “Klimaatverandering is voor velen nog een ver-van-mijn-bed-show.”

Loes KreemersLoes Kreemers

Kreemers haalt de uitspraken aan tijdens het door Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier georganiseerde webinar Samen naar een klimaatbestendig Noorderkwartier op 23 juni. Zij was projectleider van een onderzoek van het lectoraat naar hoe burgers in het stedelijk gebied kunnen worden aangezet om klimaatadaptieve maatregelen te nemen. Op basis van uitgebreide gesprekken met 64 bewoners zijn zes aanbevelingen geformuleerd (zie kader onderaan).

Opmaat voor meerjarige campagne
De onderzoeksresultaten vormen de opmaat voor een gezamenlijke communicatiestrategie voor klimaatadaptatie in het gedeelte van Noord-Holland boven het Noordzeekanaal (inclusief Texel). Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, drinkwaterbedrijf PWN en de 28 gemeenten gaan deze strategie opstellen. Zij willen hiermee in het voorjaar van 2021 naar buiten treden.

Dat moet leiden tot een meerjarige campagne, vertelt senior communicatieadviseur Nina Lambalk van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. “De campagne richt zich op meerdere doelgroepen. In maart hopen we daadwerkelijk te starten met een van de communicatievormen. We willen met acties een sneeuwbaleffect creëren om uiteindelijk echt het gedrag van bewoners te veranderen.”

Bewustwording onvoldoende
Terug naar het verhaal van Kreemers. Gemeenten, waterschappen en andere partijen zetten vaak in op informatie en bewustwording om klimaatmaatregelen door burgers te stimuleren. Wat zij daarmee bereiken, valt echter niet zelden tegen. “Bewustwording is belangrijk maar echt onvoldoende”, stelt Kreemers.

Het beïnvloeden van gedrag is volgens haar een veel complexer vraagstuk. Voor actie zijn allerlei bouwstenen nodig, zoals risicoperceptie, handelingsperspectief en de rol van andere mensen. “Als je werkelijk wil weten hoe je burgers kan bereiken, moet je naast de burgers gaan staan.”

Wanneer gaan mensen acties uitvoeren? Kreemers presenteert daarvoor het COM-B model. Er zijn drie determinanten voor gedragsverandering: capaciteit, gelegenheid en motivatie (zowel de bewuste als onbewuste drijfveren). “Alleen als alle drie aanwezig zijn, komt gedrag tot stand. Houd daarmee rekening. Ik heb bijvoorbeeld zelf het vermogen en de motivatie om in mijn nieuwe huurwoning tegels uit de tuin te halen, maar van de huisbaas moeten ze erin blijven.”

Investeren in groepsgevoel
De mensen die meededen aan het onderzoek, gaven aan dat zij zich weinig zorgen maken over de aanpak van klimaatverandering. Begrijpelijk volgens Kreemers. “Zij hebben het idee dat de organisaties die zich bezighouden met duurzaam waterbeheer, daarin gewoon ontzettend goed zijn. Dat klopt ook.”

Daarom is het bij klimaatadaptatie van groot belang om te investeren in collectieve bewustwording, dus het groepsgevoel. “Benadruk dat we het samen doen. En maak duidelijk wat de diverse acties bijdragen aan het grotere geheel. Met samen bedoel ik niet alleen de mensen in de wijk. Laat ook weten dat verschillende partijen zoals gemeenten en waterschappen hun verantwoordelijkheid nemen.”

Verkleinen van psychologische afstand
De deelnemers kregen een twintigtal mogelijke consequenties van extreme droogte of extreme regen voorgelegd, met het verzoek daaraan een cijfer tussen de 1 (zeer weinig zorgen) en 7 (zeer veel zorgen) te geven. Nergens kwam dit hoger uit dan gemiddeld een 4.

Het is een uitdaging om de urgentie te vergroten, zegt Kreemers. Maak daarvoor de dreigende gevolgen van extreem weer concreet en dichtbij. “De psychologische afstand is groot voor veel mensen. Het is niet hier, niet nu en niet bij mij. Het is zaak om te breken met de gedachte het allemaal ver van mensen af ligt. Zeg als overheid en autoriteitsfiguren: het is al nu en hier en bij jou.”

Het verkleinen van de psychologische afstand is erg belangrijk voor de bereidheid van mensen om in actie te komen. Kreemers: “Wij zagen bijvoorbeeld dat mensen die wel schade aan hun huis hebben gehad, veel meer open stonden voor wat zij konden doen om dat tegen te gaan. Maar dan konden ze bijvoorbeeld niet vinden hoe ze dit moesten doen.”

Mensen kunnen gemiddeld tussen de drie en vier maatregelen noemen, bleek bij het onderzoek. Kreemers besluit daarom met een tip. “Toon hoe de burger gemakkelijk zelf maatregelen kan nemen, leg daarvan de voordelen uit en laat zien met welke stappen iemand dat gedaan krijgt. Dat is echt een belangrijke rol voor gemeenten en waterschappen.”


ZES AANBEVELINGEN

1) Nu: mensen in de regio maken zich weinig zorgen over gevolgen van extreem weer. Aanbeveling: verhoog de risicoperceptie onder bewoners door de dreigende gevolgen van extreem weer concreet en dichtbij te maken.

2) Nu: er is nog onvoldoende kennis over welke handelingsperspectieven van belang zijn. Aanbeveling: bied concrete, effectieve, laagdrempelige handelingsperspectieven. 
3) Nu: bewoners realiseren zich onvoldoende dat zij onmisbaar zijn voor klimaatadaptatie. Aanbeveling: verhoog het verantwoordelijkheidsgevoel door het belang van individuele acties te benadrukken. 
4) Nu: er is geen sociale norm die klimaatadaptief gedrag stimuleert. Aanbeveling: creëer een groepsgevoel (‘we doen het samen’).
5) Nu: Maatregelen voor klimaatadaptatie sluiten niet duidelijk aan op wat bewoners bezighoudt. Aanbeveling: sluit aan bij wat mensen belangrijk vinden.
6) Nu: De omgeving is niet altijd ingericht op klimaatadaptieve initiatieven van bewoners. Aanbeveling: zorg voor een omgeving die het nemen van klimaatadaptieve maatregelen faciliteert.


MEER INFORMATIE
Terugkijken webinar

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Waarom dure, complexe en onderhouds intensieve ondergrondse oplossingen stimuleren als je water ook bovengronds kunt opvangen?
Begin eerst maar met het Veluwe meer en de randmeren uit te diepen en baggeren....perfecte opslagbuffer voor overvloed aan water.
@SebastiaanDat is een goede vraag als we het over de waterkwaliteit van rivieren hebben, maar in dit project zijn vooral kleine watertjes gemeten. Dat komt niet uit het buitenland, dus daar zullen we echt zelf mee aan de slag moeten!
Bijzonder. Veel waterschappen spreken nog van ‘aan en afhaakproblematiek’ waarbij de zorg juist is voor afhakende bedrijven, lees verminderde heffingsopbrengsten.
Natuurlijk is het slim als bedrijven afhaken, met duurzamere zuivering, eventueel gevolgd tot eigen directe lozing in gebied, en vervolgens tot eigen waterhergebruik. Prima.
Maar aub geen dogma. We spreken nog steeds over stedelijk afvalwater, waarbij het bedrijfswater zeker af en toe een waardevolle bijdrage is in de gehele keten.
In @KNW, @skiw, @vemw @dbc verband nog maar eens over spreken.
Reintje Paijmans Kriens Waterschapsverkiezingen: apart of niet?
"Kennis van Waterbeheer" en "Provinciaal bestuur"  voor een groot deel van onze bevolking, is naar mijn ervaring heel gering. De situatie  is per provincie ook geheel anders. Of je nu in Zuid-Holland woont of in Drenthe: water aanvoer, afvoer  en tekort zijn niet met elkaar te vergelijken. De grenzen vallen niet samen. 
Ik heb als geograaf ook veel te maken gehad met wat dat voor problemen voor de bevolking, stadsbesturen en waterschappen veroorzaakte. Stadsbesturen hebben, zeker in de huidige tijd, andere, grotere problemen op hun agenda staan. Op welke manier moet, kan betere voorlichting opgelost worden? Ik heb lezingen gegeven, excursies georganiseerd, bestuursleden van de waterschappen daarbij uitgenodigd en wat ik ook erg belangrijk vind, aan het voortgezet onderwijs voorlichting, onderwijs gegeven. Bij excursies vroeg ik aan de ouders van de leerlingen of zij "mee wilden helpen" met vervoer, eten, geld ophalen voor de bijkomende kosten. Vaak meldden meer ouders zich aan dan eigenlijk nodig was, maar dat had voor de waterschappen in velerlei opzicht positieve gevolgen.
"Samenwerking", overleg met de landen waar de rivieren ontstaan en door stromen, afspreken hoeveel water ieder land wil, kan, mag gebruiken, afvoeren, dat zijn problemen, die nauwelijks bekend zijn bij de bevolking.
Ik hoop dat dit soort onderwerpen net zo belangrijk worden gevonden als problemen met  auto rijden, parkeren en boodschappen doen.
Ik wens Nederland veel succes.