Om beter voorbereid te zijn op extreme neerslag moet het principe van meerlaagsveiligheid worden uitgebreid van drie naar vijf lagen. Aan preventie, gevolgbeperking en crisisbeheersing moeten waterbewustzijn en herstel worden toegevoegd. Dat is de kern van het eindadvies van de Beleidstafel wateroverlast en hoogwater.

Het eindadvies van de beleidstafel met de titel 'Voorkomen kan niet, voorbereiden wel. Allemaal aan de slag' is maandag door minister Mark Harbers naar de Tweede Kamer gestuurd. In zijn begeleidende Kamerbrief schrijft de bewindsman in navolging van de beleidstafel dat de gevolgen van extreme neerslag zoals in de zomer van 2021 in Limburg niet zijn te voorkomen. Wél kan Nederland zich voorbereiden op extreem weer om veel schade en maatschappelijke ontwrichting te voorkomen, aldus de bewindsman.

In maart werd het eerste advies van de beleidstafel naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarin stond dat extreme neerslag extremer wordt en vaker zal voorkomen, ook in de rest van Nederland. Als deze extreme situaties zich voordoen is het niet mogelijk om alle schade te voorkomen.

21 aanbevelingen
In het eindadvies doet de beleidstafel 21 aanbevelingen om te zorgen dat Nederland beter weerbaar wordt tegen de gevolgen van extreme neerslag. Dit in het besef, schrijft Harbers, dat ook andere weersextremen zoals droogte en hitte, de transitie van het landelijk gebied, de energietransitie en de woningbouwopgave grote opgaven zijn. “Deze dienen we zo veel mogelijk in samenhang aan te pakken en op te lossen.”

Om een indicatie te geven van de omvang van de schade waar we rekening mee moeten houden, verwijst de beleidstafel in het eindadvies naar de klimaatschadeschatter, een tool die inschat hoeveel schade wateroverlast, hitte en droogte in Nederland zullen veroorzaken in de periode 2018 tot 2050. Bij wateroverlast moet rekening worden gehouden met potentiële schade van 31,9 tot 41,5 miljard euro. “Denk bijvoorbeeld aan kosten voor schoonmaak, schade aan infrastructuur, het vervangen van een vloer of bijvoorbeeld het tijdelijk sluiten van bedrijfspanden.”

Impact
De gevolgen van extreme wateroverlast staan centraal in het eindadvies van de beleidstafel. Daarbij wordt uitgegaan van de extreme neerslag waar Limburg in de zomer van 2021 mee te maken kreeg. De impact, zowel materieel als emotioneel, van die watervloed is tot op de dag van vandaag te merken in de provincie, aldus de beleidstafel. Ook in andere delen van Nederland zullen deze extreme omstandigheden grote impact hebben als deze zich in de toekomst gaan voordoen.

Waar volgens de beleidstafel op ingezet moet worden is beperken van de gevolgen van extreme neerslag om zo maatschappelijke ontwrichting te voorkomen. Een belangrijke stap daartoe is uitbreiden van de meerlaagsveiligheid waar nu mee wordt gewerkt. “Het advies luidt om het principe van meerlaagsveiligheid uit te breiden van drie naar vijf lagen door het toevoegen van een integrale basislaag ‘waterbewustzijn’ en een extra, vierde laag ‘herstel’.”

Waterbewustzijn
Waterbewustzijn betekent, aldus het advies, dat aan iedereen duidelijk moet worden gemaakt dat niet alle gevolgen van extreme neerslag voorkomen kunnen worden. “Dit vraagt een fundamentele verandering in de beeldvorming en een omslag in denken bij burgers en bedrijven. Acceptatie van risico’s en eigen verantwoordelijkheid nemen horen daar ook bij.”

Doel moet zijn dat Nederlanders zelfredzamer worden door zich meer bewust te zijn van de risico's van extreme neerslag, schrijft de beleidstafel. “Gemeenten en waterschappen hebben daar een belangrijke rol in”, aldus het advies.

Herstel
‘Herstel’ moet, aldus het advies, aan de meerlaagsveiligheid worden toegevoegd omdat is vastgesteld dat schadelijke gevolgen van extreme neerslag niet te voorkomen zijn. “De nasleep van de crisis in Limburg benadrukt dat het ook noodzakelijk is dat er een efficiënt en betrouwbaar systeem bestaat om schade snel en klimaatrobuust te herstellen”, staat in het advies. “Als overheid is het belangrijk om te kijken welke rol zij hierin speelt en welke verbeteringen van het beleid mogelijk zijn.”

Aan die constatering wordt een aanbeveling gekoppeld: Onderzoek de mogelijkheden voor het verder ontwikkelen van verzekeringen voor klimaatgerelateerde schade.

Stresstesten
Los van het centrale advies om de meerlaagsveiligheid uit te breiden, stelt de adviestafel ook vast dat het ‘cruciaal’ is om goed inzicht te krijgen in de grootste risico’s van extreme neerslag. En daar ontbreekt het aan. Er is onvoldoende aandacht geweest, schrijft de beleidstafel, voor maatregelen die de gevolgen van extreme regenval beperken. De conclusie daarbij is dat de bestaande lokale en regionale stresstesten niet voldoende zijn om goed inzicht te krijgen in de grootste risico’s. Er moeten daarom ook bovenregionale stresstesten komen.

“Zo kan meer rekening worden gehouden met de (regionale) schaal van extreme neerslag, met cascade-effecten. Het Rijk stelt op basis van de bovenregionale stresstesten een landelijk beeld op. Op basis van de uitkomsten van alle stresstesten gaan partijen gezamenlijk aan de slag met maatregelen”, staat in het eindadvies. Er moet daarbij een normering voor zogeheten gevolgbeperking komen.

Stroomgebied
Essentieel is ook dat wordt gestuurd op het gehele stroomgebied, stelt de beleidstafel. “Het gehele stroomgebied doet mee om de gevolgen van extreme neerslag te beperken. Dit gaat om de sponswerking van een gebied, meer ruimte en een meer risicogerichte benadering voor het regionale watersysteem en een betere samenhang tussen het regionaal- en hoofdwatersysteem.”

Om tot een betere sturing te komen noemt de beleidstafel 4 actiepunten, uiteenlopend van groene ‘klimaatadaptieve gebouwde omgeving’ (opvangen van water door huiseigenaren) tot een juridisch instrumentarium ‘ruimte voor kleine wateren’ en maatregelen (dijkversterking en rivierverruiming) die zijn afgewogen op het niveau van het gehele riviersysteem.


BELEIDSTAFEL
De Beleidstafel wateroverlast en hoogwater bestaat uit bestuurlijke vertegenwoordigers van Waterschap Limburg, de provincie Limburg, de gemeente Valkenburg aan de Geul, de Unie van Waterschappen, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, de veiligheidsregio (via het ministerie van Justitie en Veiligheid), de Deltacommissaris en het Rijk (ministeries van IenW, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap).

 

Voor het reageren op onze artikelen hebben we enkele richtlijnen. Klik hier om deze te bekijken.

Het kan soms even duren voor je reactie online komt. We controleren ze namelijk eerst even.

Typ uw reactie hier...
Cancel
You are a guest ( Sign Up ? )
or post as a guest
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Interessant artikel? Laat uw reactie achter.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Ik ben niet helemaal thuis in de bestuursvorm van een Waterschappen, maar wat staat er nu precies in dit bericht?
Dus bij hoogheemraadschap Delfland kies je een partij. Vervolgens hebben een paar partijen meer zetels dan andere. Daarna wordt er een Bestuursakkoord getekend door alle partijen, waar ook de minder grote (verliezende) partijen zeggenschap in hebben? Er staat ook: "De gezamenlijk gekozen hoogheemraden vertegenwoordigen in het dagelijks bestuur alle fracties". Wat betekent het dan om een fractie te vertegenwoordigen in de praktijk?
In het geval van hoogheemraadschap Delfland is stemmen op een partij dus niet super zinvol, omdat daarna toch met alle andere partijen wordt samengewerkt om tot een Bestuursakkoord te komen. Grote partijen hebben dan niet meer te bepalen dan kleine partijen?
Ieder waterschap zou zoiets voor de eigen provincie, verzorgingsgebied moeten hebben.
Kunnen jullie aub even beter op spelling checken; al jullie artikelen staan vol fouten.
@Willem VroomNatuurlijk hoort de landbouwsector niet mee te betalen aan deze denkfout van Rijkswaterstaat. Dit had men met het maken van de plannen kunnen weten. De kostenpost en eventuele gevolgschade dient geheel voor rekening van het scheepvaartverkeer gebracht te worden.
Interessant en leerzaam artikel. Als leek vraag ik me af of al die (waarschijnlijk) dure maatregelen wel gerechtvaardigd zijn. Betaalt de landbouwsector mee aan deze maatregelen? Het lijkt me ondernemersrisico om om te gaan met veranderende omstandigheden. Nederland wordt voor een groot deel omringt door zout water, dus het is niet reeel om van een overheid te verwachten steeds weer maatregelen te nemen die verdere verzilting moeten voorkomen.
En ook met verzilting is landbouw mogelijk, maar die zal anders zijn en mogelijk minder opbrengen.
Voor de natuur geldt dat bij verzilting sprake zal zijn van een andere natuur. Is het beleid nu dat de huidige natuur koste wat kost in stand moet worden gehouden? Dat is geen duurzaam toekomstbeeld.
Het enige legitieme argument is de zoetwater-voorziening te beschermen. Had het geld dat nu in de aanpassingen van de zeesluis wordt gestoken, niet veel effectiever voor de drinkwatervoorziening kunnen worden ingezet?

Zelf reageren? Dat kan onder alle artikelen met een Mijn H2O/KNW account.

Aanmelden voor H2O Nieuws
Ontvang twee keer per week het laatste waternieuws in je mailbox!