Bijna alle woningen en utiliteitsgebouwen in Noord-Holland kunnen aangesloten worden op duurzame warmte uit oppervlakte- en afvalwater. Noord-Holland telt 1.513.680 gebouwen. Voor bijna 96 procent kan warmte uit oppervlaktewater (TEO) als warmtebron dienen, 2 procent zou aangesloten kunnen worden op warmte uit afvalwater (TEA).
Dat blijkt uit onderzoek van adviesbureau Syntraal in opdracht van Noord-Holland, dat een adequaat overzicht wilde van alle warmtebronnen in de provincie. Dat is nodig om invulling te geven aan de Transitievisie Warmte, waar gemeenten aan werken en die ze in 2021 klaar moeten hebben. In deze visies staan welke wijken het eerste van het gas af gaan en in welk tempo. Het aansluiten van huizen op warmtebronnen is afhankelijk van de financiële haalbaarheid, ruimtelijke mogelijkheden, milieu en draagvlak.
De inventarisatie van Syntraal laat zien waar de warmtebronnen beschikbaar zijn. Gemeenten kunnen niet allemaal warmte onttrekken uit dezelfde bron. Om warmtebron en warmtevraag efficiënt aan elkaar te kunnen koppelen wordt binnen de Regionale Energiestrategieën Noord-Holland Zuid en Noord de Regionale Structuur Warmte (RSW) uitgewerkt.
Duurzame bronnen
Syntraal bracht de warmtebronnen in kaart op basis van geactualiseerde en uitgebreide databestanden en matchte deze warmtebronnenkaart met de warmtevraag in de provincie. Daarbij keek het bureau in eerste instantie naar zoveel mogelijk duurzame (onuitputtelijke) warmtebronnen en kwam uit bij TEO en TEA. “Afvalwater zal altijd gecreëerd worden en het oppervlaktewater zal niet verdwijnen.”
Daar komt bij dat Noord-Holland is omgeven door water en ook in de provincie veel oppervlaktewater is, wat de regio bij uitstek geschikt maakt voor toepassing van aquathermie. Naast oppervlaktewater kan er ook warmte worden gewonnen uit rwzi’s (biogas), gemalen, influent- en effluentleidingen en gemeentelijke rioolstelsels.
Andere warmtebronnen in de provincie zijn restwarmte uit datacenters, condens warmte en industriële restwarmte, maar deze gelden als minder betrouwbaar dan aquathermie. Potentiële geothermiebronnen zijn buiten beschouwing gelaten, omdat (nog) niet duidelijk is of deze zullen worden toegepast.
Links: Overzicht TEO, TEA en Restwarmte in de provincie Noord-Holland | Rechts: Toekenning duurzame warmtebronnen aan wijken | Bron Analyserapport Syntraal
CriteriaSyntraal onderzocht de mogelijkheden om gebouwen te verwarmen in alle 449 wijken in de provincie. Daarbij werd rekening gehouden met een aantal criteria: de warmtevraag van de gebouwen, de locatie van de warmtebron en de maximale afstand (2 kilometer) tussen wijk (warmtevraag) en warmtebron. Uiteindelijk bleek dat slechts 6 van de 449 wijken te ver van wateren lijken te liggen om deze effectief te gebruiken als verwarmingsbron, aldus het bureau.
Het bleek niet mogelijk de potentie van de derde vorm van aquathermie, thermische energie uit drinkwater (TED), mee te nemen in de analyse van Syntraal. “De drinkwaterbedrijven willen over het algemeen technisch wel meewerken (waarbij het enthousiasme in het westen en zuiden groter lijkt te zijn dan in het oosten van Nederland), maar lopen tegen het juridische probleem aan dat drinkwaterleidingen onder de vitale infrastructuur vallen”, schrijft het bureau. Dat betekent dat ze om juridische redenen gegevens niet openbaar mogen of willen maken.
Allereerst is er regelgeving die waterlevering regelt bij tekorten. Wettelijk is geregeld dat drinkwater altijd voor gaat middels de verdringings categorien. Dit is na te lezen op de Rijkswaterstaat, Infomil en wordt ook aangegeven door het waterleidingsbedrijf PWN die in Noord Holland levert.
PWN : https://www.pwn.nl/over-pwn/pers-en-nieuws/drinkwater/de-inwoners-van-noord-holland-kunnen-er-altijd-op-rekenen-dat-er?nid=1368
Daarnaast is er bij het watergebruik capaciteit van de aansluiting en verbruik door elkaar gehaald. Het werkelijke verbruik voor de alle industrie in Noord Holland wbt koelwater is volgens het waterbedrijf 0,6% van hun totale levering. Dit komt neer op 672 duizend m3 aan totaal industrie koelwater gezien PWN 112 miljoen m3 in totaal levert. Daarvan nemen die 2 datacenters maar een gedeelte van op. Iets geheel anders dan de 4,6 miljoen m3 die werd gesuggereerd in het artikel. Volgens het CBS gebruikt de hele IT sector in Nederland 1 miljoen m3 water, de 0,88% in het artikel hierboven. Dit is open data die volledig in het artikel is genegeerd.
Naar de toekomst toe streven we ernaar het waterverbruik naar nul te brengen. Nieuwe datacenters gebruiken al veel minder water en het ook in de media bekende project in Zeewolde gebruikt oppervlaktewater ipv drinkwater. Dus ook de extrapolaties naar de toekomst toe gaan mank.
De links naar het CBS en PWN kunt u hier vinden:
https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/82883NED/table?dl=1A42C
https://www.pwn.nl/over-pwn/pers-en-nieuws/drinkwater/de-inwoners-van-noord-holland-kunnen-er-altijd-op-rekenen-dat-er?nid=1368
https://www.pwn.nl/over-pwn
Het rapport was trouwens zo klein qua onderzochte datacenters en zo divers dat er geen enkel duidelijk beeld uit te halen was. Daarom heeft de provincie het niet gepubliceerd. Dat geven ze ook aan in hun reactie aan de NOS.
Wat betreft chemicaliën, die gaat om kleine hoeveelheden zout om het water zachter te maken om apparatuur te sparen. Het water wordt meerdere malen gebruikt. De toevoegingen vallen binnen de normen en milieu wetgeving en vergunning van het bedrijf gaf ook Microsoft aan.
Op onze website hebben we nog meer links staan naar openbare bronnen over water, energieverbruik, bebouwing, etc.
Zie: https://www.dutchdatacenters.nl/cijfers-1/
Indien er verder vragen zijn we als branche organisatie dit altijd bereid dit verder toe te lichten.
Als het zeewater warmer wordt kunnen deze vissen denk ik geen andere rivier (een meer noordelijke rivier) uitzoeken om die op te zwemmen en kuit te schieten.