secundair logo knw 1

Aquathermie en waterstof behoren tot de technieken die in aanmerking komen om opgenomen te worden in de verbrede regeling Stimulering Duurzame Energietransitie (SDE). Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) onderzoekt de komende maanden of genoemde en andere technieken geschikt zijn voor SDE-subsidie. 

De subsidieregeling wordt uitgebreid met CO2-reducerende technieken. Daarmee wordt SDE+ verbreed tot SDE++. De verbrede regeling is een belangrijk instrument in het halen van de doelstellingen van het ontwerp Klimaatakkoord, schrijft minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat in een brief aan de Tweede Kamer. Het doel waaraan het kabinet zich heeft geconformeerd is 49 procent CO2-emissiereductie in 2030. 

De verbreding van de SDE-regeling betekent dat de systematiek van subsidietoekenning verandert. De ‘focus op broeikasgasemissiereductie op Nederlands grondgebied’ wordt toegevoegd, schrijft Wiebes aan de Kamer. “De SDE++ wordt een exploitatiesubsidie gericht op emissiereductietechnologieën.”

Lijst
Er is een lijst opgesteld met mogelijke nieuwe technieken die aan de SDE++ kunnen worden toegevoegd. Het PBL bekijkt de komende maanden welke van deze technieken daadwerkelijk op lijst kunnen worden geplaatst. Daarbij zal gekeken worden naar robuustheid en zekerheid van de technieken, mogelijke beleidsmatige toepassing en aansluiting op ander beleid, maar ook of de technieken passen in de systematiek van de regeling.  

Naast aquathermie en waterstof zal het PBL zonthermie, ondiepe geothermie, composteringswarmte, WKO in glastuinbouw, benutting van restwarmte, warmtepompen (industrie), elektrische boilers, en CO2-afvang en -opslag (CCS) doorrekenen. 

Later kijkt PBL mogelijk ook naar technieken als recyling, biobased productie, geavanceerde hernieuwbare brandstoffen voor vervoer, carbon capture and usage (CCU), elektrificatie (anders dan verwarming of waterstofproductie) en procesefficiency. Die technieken, waarvan Wiebes stelt dat ze ook van belang worden geacht in de klimaattransitie, moeten eerst nader onderzocht worden of ze in aanmerking komen voor opname in de SDE++ en dat betekent dat ze onder meer voldoende moeten bijdragen aan CO2-reductie, marktrijp zijn en op voldoende schaal uitgerold kunnen worden.

Geschikt
In het najaar van 2019 zal het kabinet bekendmaken welke technieken die het PBL nu onderzoekt, geschikt zijn om opgenomen te worden in de SDE++. De nieuwe regeling moet dan met ingang van 1 januari 2020 in werking treden, schrijft Wiebes. In het voorjaar 2020 kan dan de eerste openstelling van de SDE++ plaatshebben.

Om te waarborgen dat alle technieken aan bod kunnen komen, overweegt het kabinet om plafonds te stellen aan de maximale subsidie die naar een bepaalde techniek of sector gaat. 

SDE 2018
Overigens blijken waterschappen vorig jaar al flink wat aan SDE-subsidie voor projecten met zonne-energie in de wacht te hebben gesleept. Dat stelt Solar Magazine op basis van een analyse van de beschikte projecten van de najaarsronde SDE+ in 2018.

Volgens het blad kreeg Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier met 8 beschikkingen voor 10,6 megawattpiek subsidie. Wetterskip Fryslân volgde met 9 beschikkingen voor 8,8 megawattpiek, Waterschap Vallei en Veluwe met 12 beschikkingen voor 6,5 megawattpiek en Waterschap Vechtstromen met 4 beschikkingen voor 2,1 megawattpiek.

 

MEER INFORMATIE
Kamerbrief verbreding
SDE
Analyse najaarsronde SDE+ 2018
Green Deal Aquathermie wordt 14 mei getekend

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.