Via het gezuiverde afvalwater komen antibioticaresistente bacteriën in het oppervlaktewater terecht. Daardoor is afvalwater, naast mest, de belangrijkste bron waardoor antibioticaresistente bacteriën in het milieu belanden.
Dat stelt het Rijksinstituut voor Gezondheid en Milieu (RIVM) na onderzoek waarbij metingen zijn verricht bij honderd waterzuiveringsinstallaties. Deze installaties zijn volgens de onderzoekers representatief voor de afvalwaterzuivering in Nederland.
RIVM heeft in samenwerking met andere instituten (Sanitas Water, Wageningen University Research en RIKILT) onderzocht hoeveel resistente bacteriën via afvalwater in het Nederlandse oppervlaktewater terechtkomen. In zestig tot honderd procent van het onderzochte afvalwater zitten bijzonder resistente micro-organismen, zoals ESBL-producerende E.coli-bacteriën. ESBL staat voor Extended Spectrum Beta-Lactamase en zorgt dat de bacteriën resistent worden tegen antibiotica die worden gebruikt om urineweginfecties en bloedbaaninfecties te behandelen.
Naast ESBL- producerende E. coli worden op het oppervlaktewater ook vancomycin-resistente enterococcen geloosd. Dat is een darmbacterie die niet behandeld kan worden met gangbare antibiotica. Daarnaast zijn resten van antibiotica in het afvalwater gevonden, aldus het onderzoek.
Door de huidige conventionele behandeling in waterzuiveringsinstallaties nemen de concentraties van antibioticaresistente bacteriën af, stellen de onderzoekers. Met aanvullende technieken kan de verspreiding van antibiotica resistentie (ABR) naar het milieu verder worden verminderd. Concreet noemt het instituut geavanceerde oxidatie en filtraties met geactiveerde kool als mogelijkheden.
“Deze kunnen volgens pilotexperimenten de lozingen van ABR met afvalwater verder reduceren. De effectiviteit van deze technieken voor resistente bacteriën en resistentiegenen is in de praktijk nog niet breed onderzocht. Verder onderzoek in praktijksituaties kan dit kennishiaat verhelpen.”
De onderzoekers wijzen erop dat maatregelen die binnen de ketenaanpak geneesmiddelen worden overwogen voor aanvullende zuivering van afvalwater ook zullen bijdragen aan de vermindering van de verspreiding van antibioticaresiduen naar het milieu. "Hoewel de ketenaanpak niet is gericht op het terugdringen van de resistentieproblematiek, zal deze aanpak ook bijdragen aan de verdere vermindering van de verspreiding van resistente bacteriën en genen. Het is zinvol om bij de keuze van technieken, naast de te behalen vermindering voor de residuen, ook rekening te houden met de mogelijk haalbare vermindering van bacteriën en genen," schrijven de onderzoekers.
Lees hier het hele onderzoek van het RIVM.
Lees ook: Antibiotica in grondwater tot 25 meter diepte.
Mocht het in Juli weer warm en zonnig worden dan zal er een fors escalerend waterprobleem zijn.
De hamvraag die onbeantwoord blijft, is wat de impact is van de restlozing op de doelen van de KRW. Uit de berekeningen van het CBS zou blijken dat stikstof uit rwzi's nog voor 18% bijdraagt aan de totale belasting, en fosfaat nog voor 25% aan de totale belasting. Maar het gaat nog steeds om enorme hoeveelheden: 14,3 miljoen kg N en 1,64 miljoen kg P.
De afname in kg N is veel groter is dan in kg P. De verhouding tussen N en P is verschoven. Met als gevolg dat blauwalgen (die zelf stikstof binden) "in het voordeel zijn" vergeleken met groenalgen, die stikstof uit het oppervlaktewater opnemen. Dertig jaar geleden was er nog veel 'groene soep', inmiddels zijn de drijflagen van blauwalgen een hardnekkig probleem.
Het zou dus zomaar kunnen zijn dat het verwijderen van stikstof nu voldoende is, maar dat de verwijdering van fosfaat nog veel beter moet. Behalve wellicht als de rwzi (bijna) rechtstreeks op zee loost, dan is goed ook goed genoeg.