Europarlementarier Jan Huitema (2e van rechts) krijgt op rwzi West tekst en uitleg over grondstoffenproductie

De overgang naar de circulaire economie is ook voor de waterschappen en drinkwaterbedrijven geen sinecure. Ze nemen initiatieven en ontwikkelen producten, maar stuiten op veel obstakels. Die hebben betrekking op regelgeving, maar ook op zaken als het negatieve imago van secundaire grondstoffen. Technologieën en producten lopen daardoor meer kans in de ‘Valley of Death’ te stranden.

Dat kreeg Europarlementariër Jan Huitema (VVD) vrijdag te horen tijdens zijn werkbezoek aan rioolwaterzuivering Amsterdam West van waterschap Amstel Gooi en Vecht (AGV). De Europarlementariër schrijft een rapport over het Circulair Economy Action Plan van de Europese Unie. Dat is het nieuwe actieplan voor de overgang van de huidige lineaire economie naar een circulaire economie in de Europese Unie en een van de belangrijke bouwstenen van de European Green Deal, Europa's nieuwe agenda voor duurzame groei.

Ambitieuze boodschap
Jan Huitema 180 vk Jan HuitemaIn Amsterdam wilde rapporteur Huitema kennis opdoen over de circulaire initiatieven van de Nederlandse waterschappen en drinkwaterbedrijven. “Het gaat mij erom hoe jullie het beleven in de praktijk”, zei de Europarlementariër. Hij trof op de rwzi bestuurders,  directeuren en managers van AGV, Waternet, Aa en Maas, AquaMinerals, Vewin en de Unie van Waterschappen en hield ze voor dat het Europees Parlement de Europese Commissie een ‘ambitieuze boodschap’ wil meegeven als het gaat om de overgang naar een circulaire economie.

De Europarlementariër, als melkveehouder thuis in de wereld van de landbouw, kreeg de ambities, frustraties en potenties van een hem onbekende sector voorgeschoteld. 

“De grootste opgave is om de stap te maken van de experimentele naar de gangbare fase. We zitten nu meer met de vraag: hoe kunnen we opschalen?”, zei Sander Mager, dagelijks bestuurder van AGV, nadat hij had geschetst dat de waterschappen al pionierend veel tijd en energie steken in circulaire initiatieven met ambitieuze stippen op de horizon. “We hebben een doel geformuleerd, maar de weg ernaar toe is niet helder. We moeten al doende leren. En ik hoop dat het Circulaire Action Plan ons daarbij helpt”, zei Mager.

‘Death valley’
Duurzaamheidsmanager Aalke Lida de Jong van afzetorganisatie AquaMinerals schetste Huitema een aantal knelpunten in het verwaarden van reststromen. Nieuwe innovatieve producten komen op weg naar een serieuze afzetmarkt vaak in ‘death valley’ terecht, de gevarenzone waarin cash-flow problemen ontstaan omdat er veel geld nodig is om nieuwe producten in de markt te zetten en investeerders afhaken.

Reststoffen (secundaire grondstoffen) hebben het op dat lastige traject nog moeilijker omdat ze te maken hebben met meerdere knelpunten: concurrentie met primaire producten uit de lineaire economie (goedkoper, bewezen kwaliteit, status), het realiseren van opwerkketens (aanbod is te klein, vraag nog niet groot genoeg, de techniek voldoet niet) en juridische obstakels (de erkenning van afvalstof als grondstof gaat heel moeizaam in de praktijk).

“Het achterliggende probleem is angst voor afval”, zei De Jong, die daarin werd bijgevallen door Mark van der Werf, programmamanager Circulair van de Unie van Waterschappen. Hij zei: “Secundaire grondstoffen hebben het imago, van goh, daar kunnen weleens gevaarlijke stofjes inzitten. Het is angst voor vervuiling en het is lastig om dat imago te doorbreken.”

Suggesties
De Jong schetste Huitema ook hoe ‘Brussel’ kan helpen: “Bied perspectief en verklein de valley of death.” 
De duurzaamheidsmanager van AquaMinerals noemde daarbij een reeks aan suggesties, zoals: langdurige fiscale steun voor winning en gebruik van secundaire grondstoffen, vereenvoudiging van regelgeving en uniforme interpretatie daarvan, rechtszekerheid voor reststoffen en steun van overheden als launching customer.

peter verlaan 180 vk vrij Peter VerlaanPeter Verlaan, directeur zuiveren bij Aa en Maas en lid van de stuurgroep Energie- en Grondstoffenfabriek, vroeg aandacht voor de rol van de waterschappen in de transitie naar een circulaire economie. “Een lange adem in dit proces is ongelofelijk belangrijk. Wij hebben die lange adem en dat blijft weleens onderbelicht.”

Einde afvalstatus
Ook Verlaan vroeg aandacht voor juridische knelpunten, zoals de Europese End-of-Waste (EoW) route, die reststoffen een ‘einde afvalstatus’ moeten geven. Die processen verlopen erg moeizaam, stelde Verlaan. “En als we Publiek Private Samenwerkingen aangaan, moeten we innovaties ook aanbesteden, dat is de dood in de pot. Het zou helpen als we als publieke organisaties meer ruimte krijgen in de circulaire economie.”

Huitema kreeg tijdens een rondgang over de rioolwaterzuivering tekst en uitleg over initiatieven waarmee waterschappen willen bijdragen aan de circulaire economie, zoals de productie van struviet, het product waarvan het traject ‘einde afvalstatus’ zo lang duurt, calciet, waarvoor plannen bestaan om een tweede verwerkingsfabriek te bouwen en groen gas, waarvan het waterschap AGV op de rwzi West jaarlijks 9 miljoen m3 wil gaan produceren.

Huitema werd de locatie getoond waar de fabriek wordt gebouwd, tegenover de rwzi. Aan het eind van het jaar moet de groen gasinstallatie al in productie zijn en dan levert AGV met een hoogwaardig product een flinke bijdrage aan de circulaire economie.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...