Vanaf 1 januari 2025 is het lozen van scrubberwater door aangemeerde zeeschepen verboden in de haven van Amsterdam. Met dit besluit is Amsterdam de eerste Nederlandse zeehaven die deze vorm van vervuiling aanpakt. De maatregel markeert een belangrijke stap in de strijd tegen vervuiling en een voorbeeld voor andere havens in Nederland.
Scrubberwater is het afvalproduct van schepen die zware stookolie als brandstof gebruiken. Om aan de internationale regels voor zwaveluitstoot te voldoen, gebruiken veel schepen scrubbers: systemen die zwavel uit uitlaatgassen filteren. Hoewel dit de luchtkwaliteit verbetert, wordt het probleem verschoven naar de zee. Het afvalwater dat door scrubbers wordt geproduceerd, bevat schadelijke stoffen zoals zwavel, zware metalen en kankerverwekkende PAK’s. Deze stoffen worden vaak rechtstreeks in zee geloosd, wat ernstige schade toebrengt aan het mariene ecosysteem en zorgt voor watervervuiling en verzuring.
In tegenstelling tot veel andere landen bleef Nederland lang achter in het reguleren van scrubberwater. Wereldwijd zijn er al 93 maatregelen genomen in 45 landen om lozing te beperken, waaronder verboden in havens zoals Hamburg en Antwerpen. Landen als Denemarken en Zweden hebben zelfs beperkingen ingesteld in hun territoriale wateren. Tot nu toe kende Nederland echter geen enkele beperking, waardoor het internationaal werd gezien als een achterblijver. Het besluit van het Havenbedrijf Amsterdam doorbreekt deze status quo.
Wat verandert er?
Vanaf 2025 mogen schepen die in de haven van Amsterdam zijn aangemeerd, geen scrubberwater meer lozen. Schepen hebben twee opties om aan deze maatregel te voldoen:
- Overschakelen op schonere brandstoffen zoals diesel.
- Het gebruik van een ‘closed-loop’ scrubber, een systeem dat het afvalwater opvangt in plaats van het direct in zee te lozen.
Hoewel de maatregel alleen geldt voor schepen aan de kade, is het een belangrijke stap tegen watervervuiling. Voor een groter milieueffect zouden de verboden uitgebreid moeten worden naar het hele havengebied en andere Nederlandse havens.
Landen als Denemarken en Zweden hebben al verboden ingevoerd voor het lozen van scrubberwater in hun territoriale wateren. Experts pleiten ervoor dat Nederland dit voorbeeld volgt en zich in internationale samenwerkingen, zoals bij de IMO en OSPAR, inzet voor strengere regelgeving voor de gehele Noordzee. Jaarlijks wordt er namelijk 490 miljoen ton scrubberwater geloosd in de Noordzee en Het Kanaal, een van de drukst bevaren zeeën ter wereld.
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.