Hoe kan per rioolwaterzuivering een goed onderbouwde keuze worden gemaakt tussen verschillende opties om gezuiverd afvalwater in te zetten? Daarvoor wordt een integraal afwegingskader ontwikkeld in het project Effluent voor Ecologie en Economie. Tien partijen in Noord- en Oost-Nederland doen eraan mee, waaronder twee hogescholen.
De ruim 300 rioolwaterzuiveringsinstallaties van de waterschappen lozen jaarlijks ongeveer 2 miljard kubieke meter gezuiverd afvalwater. De huidige aanhoudende droogte maakt weer eens duidelijk dat juist moet worden gekeken naar hergebruik, zegt Peter van der Maas, lector Duurzame Watersystemen aan Hogeschool Van Hall Larenstein. “We kunnen het ons niet meer veroorloven om gezuiverd rioolwater simpelweg af te voeren.”
Peter van der Maas
Dit effluent is volgens Van der Maas een mogelijke bron in de strijd tegen droogte in het veranderende klimaat. “De insteek van ons project is dat heel goed moet worden nagedacht of het effluent voor andere doelen kan worden ingezet. Denk bijvoorbeeld aan natuur, landbouw en industrie. En via infiltratie kan goed gezuiverd afvalwater uiteindelijk ook worden gebruikt voor de drinkwaterproductie.”
Integrale blik
Het hergebruiken van effluent is geen nieuwe gedachte, aldus Van der Maas. Ook in Nederland gebeurt het al op een aantal plekken, maar een integrale blik ontbreekt. “Daarom ontwikkelen we een afwegingskader. Hiermee kunnen waterschappen samen met waterketenpartners een bepaalde keuze voor hergebruik op een locatie rationeel onderbouwen. Met het kader kun je nagaan wanneer, hoe en waar gezuiverd afvalwater veilig en effectief kan worden ingezet.”
“Hergebruik van effluent is altijd maatwerk”, benadrukt Van der Maas. Hij noemt als voorbeeld de hogere zandgronden rondom Enschede. “Het watersysteem heeft hier gewoon veel water nodig. Er is niet de luxe om drinkwater voor de industrie te gebruiken. Dan kan effluent een oplossing bieden.”
Acht gebieden onderzocht
Momenteel wordt de situatie in acht casussen in vooral Noord- en Oost-Nederland onder de loep genomen. Het gaat steeds om één rioolwaterzuiveringsinstallatie en de watergebruikers in de buurt. In deze gebieden brengen onderzoekers en studenten van de hogescholen Van Hall Larenstein en Saxion de mogelijkheden voor hergebruik in beeld en wat daarbij allemaal komt kijken.
Van der Maas: “Aan de hand van de rode draad door de casussen en met behulp van een multi-criteria-analyse stellen we het afwegingskader op.” Dit wordt volgend jaar gepubliceerd. Aan het integrale afwegingskader is grote behoefte. “Zonder het kader bestaat het risico dat het bij ‘business as usual’ blijft.”
Tien projectpartners
Het project Effluent voor Ecologie en Economie is in september 2024 van start gegaan en duurt twee jaar. De deelnemers zijn Hogeschool Van Hall Larenstein, Saxion Hogeschool, Centre of Expertise Watertechnology, Waterschap Hunze en Aa’s, Waterschap Noorderzijlvest, Waterschap Vechtstromen, Wetterskip Fryslân, Vitens, Waterbedrijf Groningen en WMD Drinkwater. Ook is er een klankbordgroep met onder andere KWR en Wageningen University & Research.
Het project krijgt een bijdrage van ruim 3 ton vanuit de subsidieregeling RAAK-publiek van Regieorgaan SIA, dat is gelieerd aan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. De projectpartners doen ‘in natura’ een even grote duit in het zakje.
Integratie met onderwijs
De samenwerking met de partners in het werkveld is essentieel in het project, besluit Van der Maas. “Dat is voor ons als hogeschool erg belangrijk.”
Hij noemt nog de integratie met onderwijs. “Het mooie is dat we studenten uit de schoolbanken halen. Zij doen actief mee aan het onderzoek in de acht casusgebieden. Het project spreekt onze studenten aan, ook omdat het om een erg actueel onderwerp gaat.”
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.