Biologisch afbreekbare plastics zijn geen oplossing voor de plastic soep in oceanen. Dat stelt ir. Christiaan Bolck van Wageningen Food & Biobased Research, naar aanleiding van een onderzoek van zijn team naar biobased plastics en biologisch afbreekbare plastics.
Het onderzoek van Wageningen University & Research (WUR) is vooral bedoeld om feiten en fabels over bioplastics van elkaar te scheiden, vertelt Bolck, programma manager materials. Om te beginnen met de term zelf: bioplastics. Daarmee worden doorgaans zowel biologisch afbreekbare plastics bedoeld als plastics die van plantaardige grondstoffen zijn gemaakt. “Dan spreek je over twee heel verschillende dingen: eigenschappen of grondstoffen.” Bedrijven en belangengroeperingen beweren vaak van alles over ‘bioplastic’. Het WUR-rapport is bedoeld voor “wie echt wil weten hoe het zit”, zegt Bolck. “En dat is vaak een genuanceerd verhaal.”
Een van de ‘fabels’ die in het onderzoek worden rechtgezet, is de bewering dat biologisch afbreekbaar plastic dé oplossing is voor de plastic soep in de oceanen. Natuurlijk, zegt Bolck, als in zee biologisch afbreekbaar plastic wordt gebruikt, vergaat dat plastic binnen afzienbare tijd omdat het wordt opgegeten door aanwezige micro-organismen. “Dus als alle plastics die we de afgelopen honderd jaar hadden gemaakt, biologisch afbreekbaar waren geweest, was er nu geen plastic soep geweest.”
Toch is dat volgens hem maar een deel van het verhaal. “Er zijn twee belangrijke kanttekeningen bij te maken. Ten eerste dat plastic vóór het in de zee komt al een hele weg heeft afgelegd, bijvoorbeeld van de stoep in de goot via het riool uiteindelijk naar de zee. Al die tijd is er wel degelijk vervuiling en kan een zeemeeuw of een egel er evengoed in stikken. Geen enkel plastic breek à la minute af.”
Minstens zo belangrijk is dat de biologische afbreekbaarheid van een plastic een heel verkeerd gedrag kan uitlokken. “Mensen kunnen gaan denken dat het niet uitmaakt als je afbreekbaar plastic weggooit in het milieu. Met als gevolg dat we alleen maar meer vervuiling krijgen.”
Bolck is zeker voorstander van biologisch afbreekbare plastics, bijvoorbeeld voor producten waarvan onvermijdelijk is dat ze deels in het milieu terechtkomen, zoals draden die in de hengelsport worden gebruikt. Maar voor het gros van het plasticgebruik is het volgens hem beter om een goed afval inzamelsysteem op te zetten dat circulair gebruik mogelijk maakt. “In West-Europa zijn we daar al best ver mee. In andere werelddelen valt er op dat punt nog veel te winnen. Het is efficiënter om in die landen in te zetten op een goed afvalsysteem dan op een totale overgang naar biologisch afbreekbare plastics. Daarmee voorkom je heel veel vervuiling.”
Bolck is zich ervan bewust dat het “vanachter een bureau” vrij eenvoudig is om die oplossing te propageren. “Een producent in een land met een slecht afvalsysteem kan dat systeem natuurlijk niet zomaar veranderen. In zo’n geval is er veel voor te zeggen om toch biologisch afbreekbare verpakkingen te produceren. Better safe than sorry.”
Klik hier voor het onderzoek van de WUR
Klik hier voor een blog van WUR-onderzoeker Maarten van der Zee over de relatie tussen biologisch afbreekbaar plastic en plastic soep
In het genoemde Stowa rapport wordt een onderscheid gemaakt naar:
Op basis van de nadere uitwerking kunnen technologen en beleidsmedewerkers van waterschappen een gefundeerde keuze maken voor een natuurlijk systeem, afhankelijk van de specifieke situatie op een RWZI en de gekozen opties:
A. Toepassing van een enkel systeem als ‘stand alone’ techniek als uitbreiding van de RWZI, voor upgrading van het effluent (afloop nabezinktank).
B. Als inpassing in een integraal natuurlijk systeem wat naast effluentbehandeling ook recht doet aan de omgeving en waarbij functies zoals het creëren van natuurlijk, levend water, effluentbuffering, recreatie en natuur gecombineerd worden.
De Waterharmonica's nemen de meeste ruimte in, zeker omdat voor een goede verwijdering van medicijnen laag tot zeer lage belaste Waterharmonica's nodig zijn (zie ook Stowa 2013-07). Dus een hydraulische belasting van zeker niet meer dan 0,05 m/dag. Ofwel een ruimte beslag van 2,5 tot 3,75 m2 per inwoner.
Het totale debiet aan gezuiverd afvalwater in Nederland is ca. 2.000.000 m3 per jaar (CBS, data 2020). Dit zou dan neerkomen op een totaal netto ruimte beslag van 4.000 ha in heel Nederland. Zeg 5.000 tot maximaal 10.000 ha. Dit lijkt veel, maar het is wel met gestapelde belangen en mogelijkheden. Stel 25 cm waterberging: 10.000.000 waterberging, stel dat een kwart van de Waterharmonica's als KRW-waardig wordt beschouwd (is best wel reëel): 500 tot 1.000 ha.... En dan nog recreatie, natuur, CO2-vastlegging, stikstofrechten? Vrienden maken, bufferzones rond de rwzi's. Een voorbeeld van een zoektocht, uitgevoerd door het Wetterskip Fryslân: http://www.waterharmonica.nl/reports/LW289-47_005-rapd02-waterharmonica.pdf. Op weg naar 2027?
Ruud Kampf
Rekel/water