Als onderdeel van de nieuwe Omgevingswet wordt de huidige regeling Integrale aanpak van risico’s van onvoorziene lozingen geactualiseerd. Bedrijfsleven en overheid zijn in gesprek over de nieuwe wetgeving.
De Integrale aanpak van risico’s van onvoorziene lozingen regelt wat bedrijven, die werken met gevaarlijke stoffen, moeten ondernemen om lozingen op water te voorkomen en welke maatregelen er bij onvoorziene lozingen moeten worden genomen. "De huidige regelgeving is stokoud. Ze stamt uit 2000," vertelt Roy Tummer, directeur water van de VEMW, belangenbehartiger en kenniscentrum voor zakelijke energie- en watergebruikers. "Naar aanleiding van aanpassingen in de Europese regelgeving en de ervaringen die zijn opgedaan, denk aan de brand bij Chemie-Pack, is het nu tijd om de regelgeving te actualiseren."
Vorige week vond bij VEMW een workshop plaats waarbij naast vertegenwoordigers van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, ook bedrijven en waterbeheerders aanwezig waren. "Het was zeker een productieve bijeenkomst. Ik dacht in eerste instantie dat alleen bedrijven problemen zouden hebben met de manier waar op de milieurisicoanalyses nu worden uitgevoerd, maar het bleek dat veel waterbeheerders onze bezwaren delen."
Volgens Tummers hebben die bezwaren te maken met de ingewikkelde manier waarop de uitvoeringspraktijk is geregeld en daarnaast dekt het Proteus, het programma waarmee de risicoanalyse worden uitgevoerd, niet alle scenario's. "Er staat bijvoorbeeld niets in over welke maatregelen effectief zijn als er een brand uitbreekt. Alle betrokken partijen zijn het er dus wel over eens dat de uitvoering eenvoudiger moet en de regels adequater moeten worden."
Het nieuwe beleidsdocument zal in 2018 worden gepresenteerd en zal deel uit gaan maken van de nieuwe Omgevingswet. "Als bedrijfsleven is het voor ons op dit moment vooral van belang dat we onze inbreng kunnen leveren. Uiteindelijk willen we natuurlijk komen tot een voor bedrijven toepasbare, uniforme invulling om (rest)risico’s van lozingen naar het oppervlaktewater te bepalen en te beoordelen."
Hoeveel kogels heeft men laten vallen (op verschillende plaatsen) om te concluderen dat de faalkans als gevolg van een impact (25 kg bal van 22 meter hoogte lijkt me inderdaad een aardige klap geven) op een voldoende laag niveau zit?