secundair logo knw 1

Om de drinkwatervoorziening te beschermen is het zaak om generiek, maar zeker tijdens de lage rivierafvoeren de waterkwaliteit van de Maas beter en strenger te bewaken. Dat zegt koepelorganisatie RIWA Maas in het jaarrapport van 2021.

De waterkwaliteit van de rivier stond in 2021 sterk onder druk door incidenten, zoals een langdurige normoverschrijding van het onkruidbestrijdingsmiddel prosulfocarb uit Wallonië en brand (2x) in een autoverschrotingsinstallatie. Ook het hoge water in juli vorig jaar bracht drinkwaterbedrijven die water innemen uit de Maas in problemen.

De incidenten met prosulfocarb (in 2019 werd ook een hoge concentratie in de Maas aangetroffen) en de branden tonen de onverminderde kwetsbaarheid van de rivier. Bij lage afvoeren neemt die kwetsbaarheid toe, omdat verontreinigingen minder verdund worden. Recent onderzoek in opdracht van RIWA-Maas dat is uitgevoerd door Deltares, bevestigt dat lage afvoeren in de toekomst naar verwachting langduriger en extremer worden.

Drinkwaterbedrijven werken daarom intensief samen met waterbeheerders om inzicht in lozingsvergunningen te krijgen en om lozingsincidenten in het Maasstroomgebied sneller op te sporen, aldus RIWA Maas. Maarten van der Ploeg, directeur van de koepelorganisatie, zegt bij de presentatie van het jaarrapport: “Het is essentieel dat er snel inzicht komt in álle industriële lozingen die direct of indirect in de Maas en haar zijrivieren terechtkomen. Deze vergunningen moeten volledig en actueel zijn en de stoffen die de drinkwaterproductie kunnen schaden moeten maximaal worden gereduceerd. Wij zien hier ook duidelijk een verantwoordelijkheid voor bedrijven.”

Dialoog
De incidenten waar de drinkwaterbedrijven vorig jaar mee te maken kregen, sterken RIWA Maas in de overtuiging dat overheden, waterbeheerders, onderzoeksinstellingen en watergebruikers op nationaal en internationaal niveau de dialoog moeten aangaan om samen tot betere en hardere afspraken te komen over het beheer van de Maas en de zijrivieren.

Kader crisisoefening Dat is nodig, aldus RIWA Maas. Zo is de organisatie in het jaarrapport kritisch over de aanpak van de autoverschrotingsinstallatie (AVI) in Den Bosch. Het bedrijf heeft inmiddels voor dertien incidenten in twee jaar gezorgd, constateert André Bannink van RIWA-Maas in het jaarrapport. Vorig jaar maart en oktober was het opnieuw raak, toen er brand uitbrak op het bedrijf. Die incidenten hadden ‘grote impact op de drinkwaterproductie uit de Maas’. Een deel van het bluswater kwam direct en indirect (via de rwzi) terecht in de rivier de Dieze die in de Maas stroomt. Na de branden werden verhoogde concentraties PFAS-verbindingen in het water op het terrein gemeten.

Kritisch
De provincie Brabant trad tegen de AVI op met verscherpt toezicht, extra eisen en boetes. Bannink is kritisch over die aanpak. Hij trekt een vergelijking met de aanpak van het incident met het onkruidbestrijdingsmiddel prosulfocarb in Wallonië. Die vervuiling werd veroorzaakt door Solirem, een bedrijf in Wandre dat zorgt voor de reiniging en reconditionering van blikken en vaten. Het bedrijf bleek ook vaten met restanten van gewasbeschermingsmiddelen te hebben gereinigd, terwijl daar geen vergunning voor was verleend.

Bannink: ”Toen in Wallonië de bron van het incident eenmaal was geïdentificeerd, wilde de Waalse waterbeheerder het verantwoordelijke bedrijf eigenlijk sluiten. Uiteindelijk heeft de burgemeester dat toen niet gedaan. In Nederland vinden er dus dertien incidenten op rij plaats, en er wordt (veel te) laat of niet gehandhaafd. Ik vind dat illustratief voor onze bestuurscultuur.”


WML IN ZWAAR WEER DOOR HOOGWATER

Het hoge water in juli van het vorig jaar was ook spannend voor drinkwaterbedrijven. Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) verkeerde in zwaar weer, aldus het jaarrapport van RIWA Maas. “Omdat het hoogwater zo extreem was, had het maar weinig gescheeld of ons hoofdkantoor was onder water gelopen. Het provinciehuis is wel ondergelopen. Als het water tot op de parkeerplaats was gekomen, was dat ook bij ons gebeurd. Het scheelde maar drie centimeter. Dat zou grote gevolgen hebben gehad voor onze ICT-faciliteiten. De drinkwaterproductie is immers geautomatiseerd, ICT is daarbij cruciaal. Wij hebben daarom direct besloten tot evacuatie en hebben alle ICT-voorzieningen naar een veilige plek verplaatst”, zegt WML-directeur Joyce Nelissen in het jaarrapport.

Op de productielocatie Roosteren werden de drinkwaterkelders vervuild door binnenstromend Maaswater. Daardoor raakte de drinkwatervoorraad onbruikbaar. “We hebben de levering toen omgeleid via enkele andere locaties in de buurt van Roosteren. Dat kan omdat ons netwerk een clusterstructuur kent”, aldus Nelissen die aangeeft dat de drinkwaterlevering nooit in gevaar is geweest.

Besmetting
Tijdens de hoogwatercrisis kreeg het drinkwaterbedrijf ook te kampen met een hardnekkige bacteriologische besmetting in het leidingnet. Doorspoelen bracht geen soelaas. Uiteindelijk werd besloten een transportleiding te chloreren. “Dat was het meest spannende besluit. Chloreren doe je niet van vandaag op morgen”, aldus Nelissen. Met hulp van drinkwaterbedrijf Evides, dat een mobiele chloreringsinstallatie in stelling bracht, werd een transportleiding gechloreerd.

WML liet de crisisaanpak evalueren door Bureau Berenschot. Dat stelde vast, aldus Nelissen, dat het drinkwaterbedrijf het prima had gedaan. “We waren nog maar net per 1 juli 2021 gestart met onze crisisorganisatie, en 15 juli was de hoogwaterramp al. Groot compliment aan de organisatie, ik ben een trotse bestuurder van WML.”

België
In België had het drinkwaterbedrijf water-link een totaal andere beleving van het hoge water. Het drinkwaterbedrijf neemt water in uit het Albertkanaal dat wordt gevoed met Maaswater. Terwijl de waterafvoer in de Maas naar ongekende hoogte steeg, bleef het kanaal, dat voor 40 procent van de drinkwatervoorziening zorgt in Vlaanderen, een traag stromende waterloop. Een gevolg van het beleid dat grote debieten niet worden toegestaan in het kanaal omdat anders de dijken het begeven, legt procestechnoloog Bert Rousseau van water-link uit in het jaarrapport van RIWA Maas. “Er werd toen wel gevreesd dat de sluis in Luik het zou begeven. Die stond tijdens de watersnood onder hoge druk.”

Het recorddebiet in de Maas pakte goed uit voor het Belgische drinkwaterbedrijf. Enerzijds door de verdunning als gevolg van de hoge waterafvoer in de Maas, anderzijds door het uitzakken van zwevende stof in het begin van het traag stromende Albertkanaal. “Eerlijk gezegd is het Maaswater nog nooit eerder zo schoon tot bij ons gekomen”, zegt Rousseau, die zag dat dat tijdens de hoogwatercrisis anders was voor drinkwaterbedrijven die rechtstreeks water innamen uit de Maas. “Onze collega’s hebben de waterinname moeten sluiten vanwege de troebelheid van de Maas.”

 

LEES OOK
H2O actueel: Maas tot nader order geen drinkwaterbron

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.